Ralph Diederen en Maarten Hebels over de opvang van bijna duizend Oekraïense vluchtelingen in Beek en Gennep

3 januari 2024

De gemeenten Beek en Gennep vangen momenteel 500 respectievelijk 455 vluchtelingen uit Oekraïne op, een veelvoud van wat men op basis van het aantal inwoners moet opvangen. We spreken wethouder Ralph Diederen (Beek) en projectleider Maarten Hebels (Gennep) over de stevige opgave die deze Limburgse gemeenten zichzelf oplegden en met welke uitdagingen dat gepaard ging.

Als na de Russische inval in Oekraïne begin 2022 een enorme vluchtelingenstroom op gang komt, denken ze in de gemeenten Beek en Gennep hard na over wat ze kunnen betekenen in het opvangen van deze oorlogsvluchtelingen. Daarbij schuwen ze het niet om de geëffende paden te verlaten. Want noodsituaties vragen om creativiteit en lef.

Centrale, grootschalige opvanglocaties

Diederen: “De Veiligheidsregio Zuid-Limburg kreeg van het Rijk de opdracht om drieduizend opvangplekken te realiseren voor Oekraïense vluchtelingen. We hebben meteen groot gedacht en, met een garantstelling van het Rijk, een leegstaand kantoorpand op Maastricht Aachen Airport gehuurd en omgebouwd tot 175 gemeubileerde woonstudio’s met eigen keuken en badkamer. Dat vroeg wel om de nodige creativiteit. Vind maar eens een leverancier die op korte termijn 175 keukens kan leveren. Er is op de locatie plek voor in totaal vijfhonderd Oekraïense vluchtelingen én hun huisdieren. Zo kwamen we erachter dat de fret in de Oekraïne een gangbaar huisdier is. Als de vluchtelingenopvang straks overbodig is geworden, biedt de locatie plek aan 350 arbeidsmigranten.”

We hebben meteen groot gedacht

Ook in Gennep wordt gekozen voor één centrale, grootschalige opvanglocatie. Hebels: “Als gemeente hebben we niet afgewacht, maar meteen onze verantwoordelijkheid genomen − en wel meer dan dat − door het complete vakantiepark Residence Heijendael af te huren. Daar vangen we nu zo’n 455 Oekraïense vluchtelingen op. Dat zijn er veel meer dan we op grond van ons inwonertal moeten opvangen. We lopen daarbij wel langzaam tegen onze grenzen aan. We hopen dan ook dat andere gemeenten een stapje extra zullen zetten, binnen hun mogelijkheden. De gemeente Gennep heeft haar nek uitgestoken en vlug de knoop doorgehakt, met het eventuele risico op tegengeluiden vanuit de gemeenteraad of samenleving. Ik zeg niet voor niets ‘eventueel’, want achteraf is het politieke en sociale draagvlak groot gebleken.”

Kantoorpand verdieping voor verdieping getransformeerd

In Beek stond men voor een unieke uitdaging op het gebied van huisvesting. Diederen: “De nood was hoog. Daarom zijn we vrijwel meteen aan de verbouwing begonnen en hebben we het pand in een half jaar verdieping voor verdieping getransformeerd, zodat we mensen zo snel mogelijk onderdak konden bieden. Daarbij hebben we voorrang gegeven aan vluchtelingen die op dat moment werden opgevangen door gasthuishoudens, wat natuurlijk voor niemand een ideale situatie is. Die vergunning is er achteraf alsnog gekomen. We hebben niet één bezwaar ontvangen. De huur van het pand is overigens onlangs verlengd tot en met 2026, waarmee de opvang voorlopig is gewaarborgd.”

Gepensioneerde wethouder werpt zich op als locatiemanager

In Gennep had men zo zijn eigen uitdagingen. Hebels: “Op een vakantiepark heb je natuurlijk al accommodaties en diverse faciliteiten, zoals een wasserette. Niettemin kwam er veel op ons af, waar we van tevoren geen weet van konden hebben. Dat is inherent aan een noodsituatie. De vluchtelingen kwamen met busladingen tegelijk aan en moesten halsoverkop worden ingeschreven en leefgeld en medische zorg krijgen. Het passend toewijzen van de vakantiehuizen was ook een uitdaging. De chalets op het park zijn geschikt voor twee tot zes personen. Je probeert zoveel mogelijk één gezin in hetzelfde chalet onder te brengen, maar je kunt er niet omheen dat sommigen hun huisje moeten delen met anderen. Ook moest er beveiliging worden geregeld, om te voorkomen dat de bewoners het slachtoffer worden van ondermijnende criminaliteit. De gepensioneerde oud-wethouder Jan Welles heeft zich opgeworpen als locatiemanager. Hij zet zich met ziel en zaligheid in voor de vluchtelingen. De huurtermijn van het park is pas nog verlengd tot en met ten minste april 2026, en we gaan het aantal opvangplekken zelfs nog uitbreiden.”

Recht op opvang, leefgeld, werk en zorg

Naast recht op opvang en leefgeld, hebben vluchtelingen ook recht om te werken en recht op medische zorg. Diederen: “Het inschrijven van vluchtelingen in de uitkeringsadministratie gaat niet over één nacht ijs. Om de eerste dagen te overbruggen, hebben we iedereen een tegoedkaart gegeven, waarmee ze hun boodschappen konden doen bij de plaatselijke supermarkt. Vluchtelingen mogen ook werken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld asielzoekers. Een behoorlijk aantal van deze vluchtelingen heeft ook al werk gevonden. Zo ken ik een koppel waarvan de man werkt als vrachtwagenchauffeur en de vrouw in een banketbakkerij in Geleen. Om de medische zorg in goede banen te leiden, hebben we goede gesprekken gevoerd met huisartsen uit de buurt. We hebben een hulppost ingericht op locatie, waar 24/7 een verpleegkundige aanwezig is voor eerstelijnszorg. Die dient ook als het ware als buffer, om de huisartsen te ontzien. Dat werkt uitstekend.”

In Gennep gaat men net zo creatief om met de zorgvraag. Hebels: “Om de toch al volle huisartsenpraktijken in Gennep niet te overbelasten, hebben we een app ontwikkeld voor de eerstelijnszorg. Mensen kunnen 24/7 online antwoord krijgen op hun medische vragen. Indien nodig, kunnen ze terecht in het Radboud UMC in Nijmegen. Een aantal vluchtelingen kampt natuurlijk met posttraumatische klachten, maar wat we ook hebben gemerkt, is dat mensen hier psychische klachten ontwikkelen naarmate ze langer van huis zijn. Daarom lopen er vanuit het sociaal domein constant mensen op het park rond die een vinger aan de pols houden van de geestelijke gezondheid van de bewoners en alert zijn op psychosomatische klachten. Een groot aantal vluchtelingen komt uit de puinhoop in Oost-Oekraïne, waar men de komende jaren geen bestaanszekerheid heeft. Daarom zijn we extra alert op de geestelijke gevolgen van ontheemding.”

Elk kind heeft recht op onderwijs

Het merendeel van de vluchtelingen bestaat uit vrouwen, kinderen en ouderen. Kinderen hebben in Nederland, ongeacht hun verblijfsstatus, recht op onderwijs. Diederen: “Kinderen van vluchtelingen gaan het eerste jaar naar de basisschool Petrus Canisius in Puth, in onze buurgemeente Beekdaelen. Daar geven ze al jarenlang les aan kinderen uit het asielzoekerscentrum in Sweikhuizen en kinderen van statushouders uit de gemeenten Beek en Beekdaelen. Na één jaar stromen ze in het reguliere basisonderwijs in.” Hebels: “Wij hebben 44 kinderen, die allemaal met leerlingenvervoer naar basisschool De Brink in Ottersum gaan. Die school heeft een onderwijsapp aangeschaft, om meertalig les te kunnen geven.”

Groot maatschappelijk draagvlak

In beide gemeenten is het maatschappelijk draagvlak voor de vluchtelingenopvang groot en steken talloze vrijwilligers een handje toe. Diederen: “We werken nauw samen met VluchtelingenWerk, dat vluchtelingen begeleidt bij het leren van de taal en inburgering. Ook hebben we een grote groep van maar liefst 75 vrijwilligers die de vluchtelingen helpen te integreren in de Beekse samenleving. Dat laat mijns inziens de kracht van Beek zien. Wat ook mooi is om te zien, is dat er op de opvanglocatie een grote zelfvoorzienende gemeenschap ontstaat.”

Oekraïense vluchtelingen gaan en masse aan het werk

Hebels: “Naast de hulp van VluchtelingenWerk, mogen we ons gelukkig prijzen met de welwillendheid van vele vrijwilligers, die op alle vlakken helpen. Gennep heeft van oudsher een bijzonder sterk sociaal netwerk, merken nu ook de Oekraïners. De solidariteit onder de inwoners is groot en men heeft veel sympathie voor Oekraïense vluchtelingen, die en masse aan het werk gaan en zo maatschappelijk van grote waarde zijn.”