Frans Nelissen zwaait af na bijna een halve eeuw als politievrijwilliger

3 januari 2024

Met zijn 80 jaar is Frans Nelissen op het moment dat we hem spreken de oudste politievrijwilliger in Nederland, maar niet meer lang. 31 december 2023 zegt hij, na een carrière van dik 47 jaar, de vrijwillige politie vaarwel. “Dan is het welletjes geweest. Ik wil op tijd stoppen en niet wachten totdat ze me een rollator met zwaailicht moeten geven”, begint Frans.

Frans, woonachtig in Moelingen, vlak over de Belgische grens, werd geboren in Segietere − Sint Geertuid in het Nederlands. Hij was van kinds af aan gefascineerd door politiewerk. “Het politiewerk heeft me altijd al getrokken. Mijn ouders hadden een boerderij. We waren thuis met acht kinderen, waarvan ik de op één na jongste was. Op een gegeven moment waren er al zes het huis uit en getrouwd. Iemand moest de boerderij overnemen. Dat zou ik moeten worden. Zelf wilde ik bij de politie, maar dat werd thuis tegengehouden. Toen heb ik de lagere landbouwschool gedaan en daarna ben ik in de oliehandel gerold. Eerst parttime, naast mijn werk op de boerderij, en op een gegeven moment voor vast.”

Goede afspraken met het thuisfront

Hoewel Frans een erg drukke baan had − hij was onder andere rayoninspecteur in Vlaanderen, Zeeland, Brabant en Limburg voor een grote oliemaatschappij − bleef de politie trekken. “In 1975 heb ik gesolliciteerd bij het Korps Rijkspolitie in de gemeente Eijsden. Bij de reservepolitie, zoals dat destijds heette. Ik werd aangenomen en toen ben ik vrijwilligerswerk bij de politie gaan doen. Vooral in de weekenden, maar ook doordeweeks in de avonden. Als ik thuiskwam van mijn werk, was het eerst eten en dan van 19.00 tot 23.00 uur een dienst draaien. Dat vraagt natuurlijk om goede afspraken met het thuisfront. Ik ben inmiddels 57 jaar getrouwd en het heeft tot op de dag van vandaag nog nooit problemen opgeleverd.”

Geen verschil met beroepsagent

Als politievrijwilliger heeft Frans overigens dezelfde taken en bevoegdheden als een beroepsagent. “Onze uitrusting bestaat ‘gewoon’ uit een uniform, wapenstok, pepperspray en een vuurwapen. Als het nodig is, treed je corrigerend op. We hebben ook dezelfde rangen als onze beroepscollega’s. De meeste politievrijwilligers zijn hoofdagent. Zelf ben ik brigadier. Daarvoor moet je naast je reguliere uitvoerende taken een speciale functie bekleden. Ikzelf ben docent en heb me verdiept in de Wet wapens en munitie, Wet milieubeheer, Wet natuurbescherming en de Visserijwet.”

Wandelend wetboek

Bang dat er met Frans − een waar wandelend wetboek − dadelijk een boel kennis de deur uit loopt, hoeft de politie niet te zijn. “Het overdragen van mijn kennis op anderen vind ik een van de mooiste dingen van mijn werk. Zo komen er regelmatig studenten van de Politieacademie Eindhoven hiernaartoe, voor een halve dag theorie en een halve dag veldwerk. Dan gaan ze mee op pad, bijvoorbeeld op huisbezoek voor controles in het kader van de Wet wapens en munitie. Op zo’n dag leren ze bij wijze van spreken meer dan tijdens één maand in de schoolbanken.”

‘Jij wordt eerder moe dan ik’

Frans, die met zijn vaarbewijs 1 en 2 behalve op binnenwateren ook op grotere wateren en kustwateren mag varen, is regelmatig op de Maas te vinden. Om te surveilleren, maar ook om Sinterklaas binnen te halen tijdens de jaarlijkse intocht in Maastricht. “Dat doe ik al vele jaren en is natuurlijk een van de leukere dingen van het werk. Ook heb ik een aantal gastrolletjes gehad in Flikken Maastricht. Onze politieboot, de P80, is trouwens te zien in de intro van elke aflevering. Een professioneel hoogtepunt is dat ik ooit iemand van de verdrinkingsdood heb gered, een suïcidale vrouw. Ze sprong voor mijn ogen in de Maas en wilde naar het midden zwemmen. Ik ben in de boot om haar heen blijven cirkelen en dacht: jij wordt eerder moe dan ik. Na tien minuten heb ik haar aan de kraag uit het water getrokken.”

Tachtig jaar oud, maar zo fit als een vijftiger

Daarnaast is er nog een gebeurtenis die Frans is bijgebleven. “Dat was in de tijd dat ik nog bij het Korps Rijkspolitie werkte. Er was een gedetineerde ontsnapt uit de gevangenis in Verviers, die een echtpaar gegijzeld hield. De vrouw hebben we achterin een bestelbus gevonden. Levend, gelukkig. Haar man was doodgeschoten. De gijzelnemer hebben we een dag later weten op te sporen en opgepakt. Voor die actie heb ik nog een oorkonde gekregen.”

Dubbelrol

In 2004, op 62-jarige leeftijd, stopt Frans met zijn reguliere baan. Achter de geraniums zitten is echter niks voor hem. “Voor politievrijwilligers geldt er een minimale en maximale ureninzet per jaar. Toen ik met pensioen ging bij mijn werkgever, ben ik meer uren gaan draaien als vrijwilliger. Zo werkte ik tot drie jaar geleden als jachtopziener in dienst bij de wildbeheereenheid Savelsbos. Als jachtopziener houd je toezicht op de naleving van de jachtbepalingen en ben je tevens boa (buitengewoon opsporingsambtenaar, red.). Als politievrijwilliger en boa met politiebevoegdheden had ik in principe alles dubbel: handboeien, wapenstok, pepperspray en vuurwapen.”

Niet bang voor het zwarte gat

Bang om in het bekende zwarte gat te vallen als hij op 31 december als ‘gewone’ burger het politiebureau uit loopt, is Frans niet. “Ik heb bewust de keuze gemaakt op tijd te stoppen en ben al een tijdje naar die einddatum toe aan het werken. Ik wil niet het moment afwachten dat ze mij een rollator met zwaailicht moeten geven. Mensen om me heen vragen wel eens: ‘Waarom koop je geen bootje?’ Maar, hoe gek dat misschien ook klinkt, varen heeft niet mijn interesse. Het was het politiewerk op de boot dat me trok. Dat geldt trouwens niet voor de motor, want behalve bij de politie rijd ik ook privé op een BMW. Maar ik denk dat ik tegenwoordig meer kilometers maak op de e-bike, samen met mijn vrouw.”

Koninklijke onderscheiding

Aan een rollator is de op-en-top fitte Frans nog lang niet toe. “Tijdens mijn laatste verplichte sporttest, nu drie jaar geleden, voldeed ik nog aan de normtijd voor de leeftijdscategorie 55-59 jaar. Men zegt dat de ouderdom met gebreken komt, maar daar merk ik nog weinig van. Als oudste politievrijwilliger in Nederland mocht ik op audiëntie bij de korpschef van de Nationale Politie in Den Haag, Henk van Essen. Het halfuur dat voor de afspraak stond werd anderhalf uur. Toen kreeg ik een lintje opgespeld en werd ik benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Prachtig natuurlijk, zo’n Koninklijke onderscheiding. Gouverneur Emile Roemer heeft me daarop uitgenodigd op het Gouvernement. Ik heb hem ook persoonlijk gesproken en hij nam uitgebreid de tijd om mijn verhaal aan te horen. Daarna hebben we nog een concert van André Rieu op het Vrijthof bijgewoond.”

Trots dat ik jarenlang mijn beroepscollega’s heb mogen ondersteunen

‘Frans, bedankt!’

Op de drempel van zijn pensioen, kijkt Frans zonder weemoed terug op zijn carrière bij de politie. “Ik ben er trots op dat ik jarenlang mijn beroepscollega’s heb mogen ondersteunen en een bijdrage heb mogen leveren aan de ordehandhaving, iets waar iedereen beter van wordt. Ik heb ook altijd veel motivatie gehaald uit mijn rol als docent en het overdragen van mijn kennis van zaken op anderen. Oorkondes en onderscheidingen zijn mooi, maar misschien heb ik nog wel de meeste voldoening gehaald uit berichtjes als ‘Frans, bedankt! Ik ben geslaagd!’”