Verdiepingsonderzoeken (VDO) per gemeente


De Provincie onderzoekt vanaf 2006 de financiën van elke Limburgse gemeente een keer in de vier jaar met een verdiepingsonderzoek (VDO). Op basis van het onderzoeksrapport besluiten Gedeputeerde Staten (GS) of de gemeente voor de volgende vier jaar het lichte, repressieve, toezicht kan krijgen. Soms stellen GS hier voorwaarden bij. Hieronder vindt u de resultaten en rapporten vanaf 2016.

Resultaten en rapporten

2022. Verdiepingsonderzoeken Maastricht en de 5 Heuvellandgemeenten; Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul

  • Op basis van de onderzoeken concludeert de Provincie als toezichthouder dat alle onderzochte gemeenten hun financiële huishouding dusdanig op orde hebben dat de 6 onderzochte gemeenten tot en met 2025 de meest lichte vorm van toezicht, het repressieve toezicht krijgen.
  • Voor één gemeente, Gulpen-Wittem, zijn er wel voorwaarden verbonden aan de conclusie (oranje licht). Gulpen-Wittem heeft als voorwaarde te zorgen voor een structureel en reëel evenwicht in de vastgestelde begroting 2023, 2024 en 2025 inclusief meerjarenraming (ten minste tot en met 2025). Verder moet Gulpen-Wittem de financiële consequenties van de onderhoudsplannen wegen, riolering, groen en openbare verlichting na vaststelling in de raad zo spoedig mogelijk middels begrotingswijzigingen, maar uiterlijk in de begroting 2024 verwerken.

Bekijk de VDO onderzoeksrapporten 2022:

2021. Financiële positie en functie onderzocht van Midden-Limburgse gemeenten: Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen en Roermond

  • Op basis van de onderzoeken concludeert de Provincie dat alle onderzochte gemeenten tot en met 2024 repressief toezicht krijgen. Dat is de lichtste vorm van toezicht.
  • Leudal moet bij de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023-2025 laten zien dat het tekort over 2022 niet groter is geworden en voor 2023 en 2024 er nog steeds sprake is van structureel en reëel evenwicht. Daarnaast dient Leudal de taakstellingen te realiseren of andere maatregelen te nemen indien nodig. Verder moet er bij de begroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2026 voor de jaren 2023 en 2024 sprake zijn van structureel en reëel evenwicht en bij de begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027 moet er nog steeds voor het jaar 2024 sprake zijn van structureel en reëel evenwicht.
  • Roerdalen heeft als voorwaarde dat ze bij de begrotingen 2022-2025, 2023-2026 en 2024-2027 na vaststelling laat zien dat er ten minste voor de jaren tot en met 2024 sprake is van structureel en reëel evenwicht.
  • De volledige voorwaarden vindt u hieronder in het rapport.

Bekijk de VDO onderzoeksrapporten 2021:

2020. Verdiepingsonderzoeken gemeenten Westelijke Mijnstreek: Beek, Sittard-Geleen en Stein, en Parkstad gemeente: Heerlen

  • Op basis van de onderzoeken concludeert de Provincie dat alle onderzochte gemeenten tot en met 2023 repressief toezicht konden krijgen. Dat is de lichtste vorm van toezicht;
  • Beek zou als voorwaarde krijgen dat de gemeente bij de begroting 2021-2024 tenminste voor de jaren 2021, 2022 en 2023 moet zorgen voor een structureel en reëel sluitende begroting. De volledige voorwaarden vindt u hieronder in het rapport. Omdat Gedeputeerde Staten in dezelfde vergadering de toezichtvorm 2021 hebben bepaald, hebben zij bekeken of Beek met de begroting 2021-2024 aan de gestelde voorwaarde voldoet. Op basis van de structurele en reële saldi 2021-2023 in de begroting 2021-2024 krijgt Beek geen meerjarige uitspraak. Dit heeft te maken met het feit dat de jaren 2021,2022 en 2023 structurele tekorten laten zien. Sittard-Geleen en Stein krijgen het lichte repressieve toezicht voor de jaren 2020-2023. Hier zijn geen voorwaarden aan verbonden.
  • Daarnaast heeft het college een uitspraak gedaan over het financieel verdiepingsonderzoek 2020 van Heerlen. Het verdiepingsonderzoek zelf laat zien dat Heerlen voor de periode tot en met 2023 repressief toezicht zou kunnen krijgen. Gedeputeerde Staten (GS) concluderen dat Heerlen op basis van de criteria uit de Gemeentewet voldoet aan de voorwaarden om voor de begroting 2021 repressief toezicht te krijgen. Vervolgens concluderen GS dat desondanks de financiële situatie van Heerlen nog steeds fragiel is. In deze situatie is het niet logisch om als financieel toezichthouder voor de periode 2020-2023 bewust afstand te creëren tussen de gemeente en de financieel toezichthouder. In dat licht hebben GS besloten voor de gemeente Heerlen op basis van het financieel verdiepingsonderzoek 2020 geen repressief toezicht tot en met 2023 te verlenen.

Bekijk de VDO onderzoeksrapporten 2020:

2020. Verdiepingsonderzoeken Parkstad gemeenten: Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal.

  • Op basis van de onderzoeken concludeert de Provincie Limburg dat alle onderzochte gemeenten tot en met 2023 repressief toezicht krijgen. Dat is de lichtste vorm van toezicht.
  • Brunssum heeft voor het meerjarig repressief toezicht wel een voorwaarde van Gedeputeerde Staten gekregen. Brunssum moet na vaststelling van de begroting 2021 laten zien dat de begroting 2021 en ten minste de jaarschijven 2022 en 2023 van de meerjarenraming 2022-2024 een structureel en reëel evenwicht of overschot hebben.

Bekijk de VDO onderzoeksrapporten 2020:

2019. Verdiepingsonderzoeken Noord-Limburgse gemeenten: Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Mook en Middelaar, Peel en Maas, Venlo en Venray

  • Op basis van de onderzoeken concludeert de Provincie Limburg dat alle onderzochte gemeenten tot en met 2022 repressief toezicht krijgen. Dat is de lichtste vorm van toezicht.
  • Gennep en Mook en Middelaar hebben voor het meerjarig repressief toezicht wel een voorwaarde van Gedeputeerde Staten gekregen. Bij Gennep is een voorwaarde geformuleerd voor de instandhouding van de kapitaalgoederen gebouwen. De financiële consequenties van het beheerplan voor gebouwen inclusief de binnensportaccommodaties moeten uiterlijk in de begroting 2021 zijn verwerkt, maar bij voorkeur eerder. Mook en Middelaar moet na vaststelling van de begroting 2020 laten zien dat de begroting 2020 en ten minste de jaarschijven 2021 en 2022 van de meerjarenraming 2021-2023 een structureel en reëel evenwicht of overschot hebben.

Bekijk de VDO onderzoeksrapporten 2019: