Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Nationaal Strategisch Plan (NSP) omvatten subsidies en instrumenten voor boeren en actoren op het platteland waarmee zij kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Doelstellingen hebben betrekking op het creëren van een veerkrachtige landbouw, de ontwikkeling van plattelandsgebieden, kennis en innovaties en het creëren van betere condities op vlak van milieu, biodiversiteit en klimaat.
Voor wie:
Deze verordening omvat tien verschillende interventies of subsidiemogelijkheden. De doelgroep en categorie aanvragers kunnen per interventie verschillen. De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties die subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.
Waarvoor:
De concrete doelstellingen verschillen per interventie. Het GLB-NSP in haar totaliteit benoemt 4 hoofddoelstellingen (1-4) en negen subdoelstellingen.
1. Een slimme en veerkrachtige landbouw:
- een leefbaar landbouwinkomen en voedselzekerheid;
- concurrentievermogen;
- verbetering van de positie van boeren in de waardeketen.
2. Milieu, biodiversiteit en klimaat:
- het mitigeren van, en aanpassen aan, klimaatverandering en het stimuleren van duurzame energie;
- efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht;
- bescherming van biodiversiteit.
3. Brede plattelandsontwikkeling:
- stimuleren van Jonge landbouwers;
- ontwikkeling in plattelandsgebieden;
- voldoen aan maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, tegengaan van voedselverspilling en verbetering van dierenwelzijn.
4. Kennis, innovatie en netwerk (samenwerking).
Met het GLB werkt Nederland aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland. De landen van de Europese Unie maken samen het GLB. De lidstaten mogen hieraan, binnen de kaders van het beleid, een eigen invulling geven. Voor Nederland is dit gezamenlijk opgesteld door het Rijk, de Provincies en de Unie van Waterschappen. Van 2023 tot 2027 biedt het GLB subsidies aan voor initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen.
In een uitlegvideo is te zien waar het GLB vandaan komt en waar het naartoe gaat. Bekijk de video op de website van Netwerk Platteland
Nationaal Strategisch Plan (NSP)
Binnen de kaders van het GLB geven alle deelnemende landen via een Nationaal Strategisch Plan (NSP) hun eigen invulling aan het beleid. Met het GLB werkt Nederland aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland.
Een uitvoerige samenvatting van het GLB-NSP vindt U op de website van Netwerk Platteland.
Wie maakt aanspraak op GLB-subsidies?
Het GLB kent verschillende regelingen en interventies. Iedere regeling of interventie kent haar eigen regels, bijvoorbeeld als het gaat om wie een aanvraag mag indienen.
De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties die subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.
Subsidiemogelijkheden
In kwartaal vier van 2023 worden naar verwachting de eerste nieuwe provinciale regelingen opgesteld. Zodra deze zijn opengesteld, vindt u op deze pagina meer informatie. Vanuit de Rijksoverheid zijn er nu al regelingen beschikbaar, zoals de brede weersverzekering en de regeling voor het behoud van zeldzame landbouwhuisdierrassen. Wilt u een overzicht van alle regelingen? Raadpleeg dan de website van RVO of Stimulus.
POP3
Het derde plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) is per 1 januari 2023 vervangen door het GLB/NSP. Een nieuw element ten opzichte van het POP3-programma, is de zogenaamde eco-regeling. Hiermee kan een agrariër een vergoeding ontvangen voor (eco-) activiteiten die bijdragen aan een duurzamere bedrijfsvoering.
De ecoregelingen worden niet door Provincies opengesteld, maar door het Rijk. Bekijk de website hoe de eco-regelingen functioneren en hoe een agrariër doelen, punten en waarden binnen de eco-regeling kan behalen.
Er zijn momenteel geen paragrafen (interventies) open voor aanvragen.
Agrarisch natuur en landschapsbeheer
Deze interventie bouwt voort op het bestaande Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) en het werk van groepen van boeren en andere grondbeheerders (via het agrarisch collectief Natuurrijk Limburg). Hiermee wordt het gebruik van landbouwproductiemethodes gestimuleerd die een gunstig effect hebben op het klimaat, het landschap en de kenmerken daarvan, de natuurlijke hulpbronnen, de bodem, water en biodiversiteit. Er wordt ingezet op de optimalisatie van beheer in leefgebieden: open grasland (prioriteit weide- en watervogels), open akker (voldoende habitat voor akkersoorten), dooradering (onder andere landschapselementen) en komt er extra, zij het facultatieve inzet, voor water en klimaatmaatregelen (via de zogenaamde Beukema middelen). De leefgebieden en de categorieën worden door de provincies begrensd in het Natuurbeheerplan. Hierin beschrijven de provincies de gebieden waar beheerders subsidie kunnen krijgen voor agrarisch natuurbeheer. De beheeractiviteiten die worden uitgevoerd in een agrarisch leefgebied hebben een functie ten behoeve van de instandhouding van soorten, bijvoorbeeld via het creëren van foerageergebieden, of het optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden. Voor de categorie water gelden andere beheerfuncties, zoals waterberging of bufferzones. Beheerscontracten worden afgesloten voor de duur van 6 jaar.
Productieve investeringen Groen- Blauw en dierenwelzijn
Deze regeling gaat over investeringen die eerst en vooral een rendabele bedrijfsvoering stimuleren en daarnaast bijdragen aan verduurzaming. Er wordt gewerkt met een zogenaamde investeringslijst. Hierop wordt vermeld voor welke investeringen een agrariër subsidie kan aanvragen. Er geldt een maximaal subsidiepercentage van 40%.
Productieve investeringen jonge landbouwers
Deze interventie is complementair aan bovenstaande productieve investering en richt zich specifiek op jonge landbouwers. Jonge boeren krijgen een extra top up (i.e. een verhoogd subsidie percentage) van 15%. Hierdoor is het maximale subsidiepercentage voor jonge boeren 55% i.p.v. 40%. Ook voor deze interventie wordt een investeringslijst gebruikt.
Niet-productieve investeringen op landbouwbedrijven
Deze interventie gaat over investeringen voor de inrichting en herinrichting van het landelijke gebied op landbouwgrond. Hierbij kan gedacht worden aan herstel en aanleg van heggen, hagen, bosjes, struweelranden, natuurvriendelijke oevers, waterlopen en bomen (landschapselementen). Voor welke maatregelen precies subsidie kan worden aangevraagd, wordt later bekend gemaakt via een investeringslijst. Na realisatie van de niet- productieve investering kan, door de landbouwer, mogelijk een hoger niveau binnen de ecoregeling worden behaald, of kan de landbouwer makkelijker aan GLMC8 voldoen.
Niet- productieve investeringen op niet-landbouwbedrijven
Deze interventie is van toepassing op het gehele platteland van Nederland en heeft betrekking op herinrichting ten behoeve van de verbetering van de waterhuishouding, de waterkwaliteit en klimaatadaptatie. Investeringen in het watersysteem die gericht zijn op de waterkwantiteit zijn mogelijk, evenals investeringen gericht op verbetering van de waterkwaliteit (zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers).
Samenwerking EIP operationele groepen
Deze interventie is gericht op het stimuleren van innovaties middels het (door)ontwikkelen, praktijkrijp maken, op brede schaal gebruiken, en communiceren van ideeën en ontwikkelingen via slimme samenwerkingsverbanden (zogenaamde operationele groepen). Steun kan worden aangevraagd voor verschillende innovatiethema’s zoals het ontwikkelen van een duurzame toegevoegde waardeketen gericht op landbouwproducten, ondersteuning van innovatieve digitalisering, of het ontwikkelen van duurzame verdienmodellen. De voorkeur gaat uit naar innovaties die landbouwers prikkelen om te verduurzamen vanuit de markt of innovaties die het ontstaan van nieuwe verdienmodellen stimuleren.
Samenwerking voor plattelandsontwikkeling – LEADER
Er ligt een opgave om samen te werken aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland. Het gaat hierbij om een duurzaam gebruik/beheer van de ruimte op vlak van klimaat, natuur en milieu en versterking van de leefbaarheid op het platteland. LEADER kan hieraan een bijdrage leveren door haar bottom-up en integrale aanpak. Voor de LEADER-aanpak is het noodzakelijk dat er een Lokale Actiegroep (LAG) wordt gevormd die een Lokale ontwikkelingsstrategie (LOS, meervoud: LOSSEN) opstelt. Begin november zullen de LOSSEN door GS worden vastgesteld. Dan is ook bekend voor welke initiatieven subsidie onder het LEADER programma kan worden aangevraagd.
Samenwerking voor integrale gebiedsontwikkeling
De ontwerpfase van deze interventie is nog niet afgerond. Meer informatie volgt in een later stadium.
Kennisverspreiding en informatie
Deze interventie is gericht op projectfinanciering, steun voor demonstratiebedrijven en kennisvergaring en –uitwisseling tussen regionale groepen landbouwers. Doel is een betere doorstroming van kennis en innovaties naar het boerenerf.
Deze verordening omvat tien verschillende interventies of subsidiemogelijkheden. De doelgroep en categorie aanvragers kunnen per interventie verschillen. De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.
Het subsidieplafond geeft aan hoeveel geld er in totaal voor alle aanvragen beschikbaar is in een bepaalde periode. In iedere openstelling vindt u informatie over het subsidieplafond van de desbetreffende regeling.
Algemene voorwaarden staan in hoofdstuk 1 van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg.
Specifieke voorwaarden voor de afzonderlijke interventies/paragrafen vindt u in hoofdstuk 2 van de verordening en in de bijhorende openstellingsbesluiten. In hoofdstuk 2 van de verordening wordt ook uitgelegd wanneer u tot de doelgroep “jonge boeren” behoort.
Aanvragen worden beoordeeld door Stimulus programmamanagement. Wanneer sprake is van een tenderprocedure, maakt Stimulus Programmamanagement gebruik van een ingestelde, externe, onafhankelijke Adviescommissie.
LEADER projecten worden beoordeeld door de Lokale Actiegroep die door GS wordt ingesteld om uitvoering te geven aan de LOS.
Uw aanvraag wordt in eerste instantie verwerkt en beoordeeld door Stimulus programmamanagement.
Voor het aanvragen van de subsidies zal op korte termijn een webportal beschikbaar komen.
U kunt een verzoek tot voorschot, deelbetaling, wijzigingen, voortgangsverslag en vaststelling indienen. U wordt hier binnenkort verder over geïnformeerd.
Inkopen en aanbesteden
Werkt u bij een overheid of publiekrechtelijke instelling? En wilt u een opdracht aanbesteden voor een subsidieaanvraag van GLB-NSP? Dan is het belangrijk dat u dit goed aanpakt. Zo voorkomt u dat wij het aangevraagde subsidiebedrag door mogelijke fouten verlagen. Dit kunnen wij zelfs verlagen tot 0% subsidie voor de opdracht.
Kijk voor meer informatie naar de instructievideo Aanbesteding.(opent externe website)
Aanbestedingsdossier
De afhandeling/beoordeling van aanbestedingsdossiers kost vaak veel tijd. Het is belangrijk dat alle documentatie rond de aanbestedingsprocedure in uw projectdossier te vinden is. In het document Aanbestedingsdossier (pdf, 86 kB) wordt uitgelegd welke documenten nodig zijn voor de beoordeling van uw subsidieaanvraag of bij betalingsverzoeken (als de subsidie is verleend) indien er sprake is van aanbestedingen.
Actuele subsidieregeling en openstellingsbesluit
Documenten voor het aanvragen
De inhoud van de informatie op deze pagina is met zorg samengesteld. Deze informatie kan echter afwijken van wat er in de subsidieregeling is opgenomen. Bekijk daarom de volledige tekst van bijgevoegde subsidieregeling voor alle criteria, voorwaarden en verplichtingen. Mochten er zich onverhoopt afwijkingen voordoen tussen de informatie op deze pagina en wat er in de subsidieregeling staat, dan moet u uitgaan van de tekst in de subsidieregeling. De tekst in de subsidieregeling is leidend.