Speech gouverneur Emile Roemer ‘Kick-off Lustrum 80 Jaar Vrijheid’

4 april 2024

Onlangs vond in de Jaarbeurs in Utrecht de startbijeenkomst ‘80 jaar vrijheid’ plaats. In aanwezigheid van meer dan 500 mensen werd gesproken over herdenken en vieren in het komende lustrumjaar. Gouverneur Emile Roemer sprak de aanwezigen toe en deelt een ingekorte versie van zijn speech ‘Kick-off Lustrum 80 Jaar Vrijheid’.

80 jaar vrijheid

De littekens van de Tweede Wereldoorlog blijven 80 jaar later zichtbaar, niet alleen bij families die dierbaren verloren aan de Holocaust of oorlogsgeweld, maar ook in onze wereldvisie. In 2024 en 2025 vieren we dat de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden ten einde kwam. Door het hele land staan we erbij stil dat Nederland dankzij de inzet van militairen van de geallieerde landen en met hulp van het verzet werd bevrijd. We herdenken de slachtoffers die daarbij omkwamen.

Speech: ‘Kick-off Lustrum 80 Jaar Vrijheid’

Gouverneur Emile Roemer ging tijdens zijn speech in op de Limburgse geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, waaruit u hieronder een ingekorte versie kunt lezen:

Vrijheid

Limburg mag dit jaar ‘in opmaat naar 80 jaar vrijheid’ het startschot te geven voor de nationale 5 – mei viering.

Toepasselijk, de bevrijding van Limburg vormde destijds immers óók de opmaat van de bevrijding van Nederland, als het Zuid-Limburgse Mesch op 12 september 1944 de eerste bevrijders mag verwelkomen.

Op school leren we dan over de bevrijding van Nederland vooral over die ene brug die te ver was; over de afgrijselijke hongerwinter; én over een zuiden dat dan al bevrijd is.

Dat vertelt het nationale verhaal, maar de regionale verhalen leren dat het zuiden niet ‘in een vloek en een zucht’ was bevrijd; dat het in september 1944 nog lang niet klaar was.

Ja, in Maastricht en omringend Heuvelland kon toen vrij snel de vlag uit, maar het moest nog tot 3 maart 1945 duren voordat heel Limburg vrij was. Bijna zes maanden waarin voor vele Limburgers, de bevrijding vele malen zwaarder was, dan de bezetting óóit was geweest.

Dát is wat juist de lokale verhalen ons vertellen.

Zoals het verhaal over de 3000 Roermondse mannen die na kerst 1944 uit hun schuilplaats kruipen om zich vrijwillig te melden voor dwangarbeid in Duitsland. Dit nadat 12 andere onderduikende mannen zijn ontdekt onder de vloer van een meisjesschool en meteen ter dood zijn veroordeeld. Onder hen Mathieu Sevenich en Jantje Tobbe die nooit ouder worden dan 16 jaar als ze die tweede kerstdag hun eigen graf moeten graven…

Of het verhaal over de gedwongen evacuatie van tienduizenden Limburgers over vijandelijk grondgebied, naar met name Friesland. Eerst vele kilometers te voet door de sneeuw en dan verder opeengepakt in treinen. Hoe gevaarlijk dat was schreef de 22-jarige Mia Bremers op 9 februari 1945 in haar dagboek: “Ik hoorde vandaag dat de vorige trein óók is beschoten, 16 doden en veel gewonden…”

En het verhaal over de zware gevechten in de Roerdriehoek. Waar mensen op de vlucht maar geen veilige plek kunnen vinden. Zoals het gezin van Sef en Catharina Tijssen en hun 7 kinderen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar. Hun heil zoekend in het Midden-Limburgse Montfort vinden ze daar de dood in het bevrijdingsbombardement van 22 januari 1945. Samen met nóg 177 andere burgerslachtoffers…

Het zijn juist dit soort regionale, lokale en persoonlijke verhalen, die samen een ´meer eerlijke, betere en meer volledige´ geschiedenis over onze bevrijding vertellen. Maar ons ook zoveel beter in staat stellen ons te verbinden met het oorlogsleed elders in de wereld.

Een verbinding, inlevingsvermogen en compassie die we in deze tijd harder dan ooit nodig hebben. Juist in het besef dat vrijheid niet vanzelfsprekend is; hoe lang we daar in Nederland ook al van kunnen genieten.

In ons Kerkrade staat een vredesmonument met de tekst:
“Opdat we de vrijheid waard blijven, 5 mei 1945”

Dat we de vrijheid waard blijven. Ik denk dat we onszelf in deze tijd geen betere opdracht kunnen geven. Al is dan wel de vraag: welke vrijheid?
De vrijheid waarmee we in 1945 samen de schouders konden zetten onder de wederopbouw? Maar in diezelfde vrijheid te weinig oor en oog hadden voor terugkerende Joden, Roma en Sinti; dwangarbeiders en later ook wie aankwam uit Indonesië…

Of later de vrijheid die jongeren bevochten? Ook mijn ouders kregen het te verduren met kinderen die op zondag niet langer naar de kerk wilden; en hun eigen politieke voorkeur wilden ontwikkelen. Ja, de zuilen verdwenen, maar daarmee ook een zeker cement in de samenleving.
Of hebben we het over de vrijheid van de individualisering die daarop volgde? Met de vrijheid om helemaal jezelf te zijn, jezelf te ontplooien én te emanciperen;

maar ook de vergaande vrijheid om je eigen werkelijkheid te creëren; vrijuit te schelden en te bedreigen; en juist anderen in hun vrijheid te beperken…
Het vieren van ‘Tachtig jaar vrijheid’ zou ons de kans én mogelijkheid moeten geven om als samenleving op zoek te gaan naar wélke vrijheid we waard moeten blijven.

Want – en dan haal ik graag de woorden van de Engelse schrijver Somerset Maugham – aan:

`Een volk dat meer om zijn gemak dan om zijn vrijheid denkt,
zal zijn vrijheid verliezen,
en zijn gemak bovendien´

Emile Roemer,

Commissaris van de Koning Limburg