Topcorridor
Limburg is een belangrijke schakel in de grootste goederenvervoercorridor ter wereld:
de corridor Oost en de corridor Zuidoost:
- Oost: corridor Rotterdam – Arnhem/Nijmegen – Duitsland (A15, Betuweroute, Waal);
- Zuidoost: corridor Rotterdam – Noord-Brabant/Limburg – Duitsland (A16/A58/A67, Brabantroute, Maas en Brabantse kanalen, buisleidingen).
Deze topcorridor heeft een grote meerwaarde voor de Nederlandse economie. Wat dit betekent voor onze provincie leest u op www.topcorridors.com.
Logistieke knooppunten
Er zijn twee logistieke knooppunten in Limburg: Noord-Limburg (regio Venlo en Venray) en Zuid-Limburg (regio Sittard-Geleen en Stein). Beide logistieke knooppunten hebben:
- grote in- en uitgaande ladingstromen;
- top-overslagvoorzieningen via rail- en binnenvaartterminals;
- een compleet dienstenpakket voor logistieke ondernemers (bijvoorbeeld onderwijs, kennisinstellingen, personeelsvoorziening, douane, etc.). De Universiteit Maastricht met Global Supply Chain Management and Change en de Fontys Hogeschool in Venlo met hun Master of Science in International Logistics / Procurement / Supply Chain Management spelen een toonaangevende rol in de logistiek.
In Noord-Limburg zijn vele distributiecentra gevestigd. Van hieruit worden artikelen aan klanten in binnen- en buitenland geleverd. In Zuid-Limburg staat de logistiek ten dienste van de maakindustrie (chemie, automotive, etc.). De komende jaren zal er nog meer ingezet worden op de toegevoegde waarde van de logistiek en innovatie. De Provincie Limburg zet zich in om vrachtwagenparkeerplaatsen te realiseren. Daartoe proberen we particuliere partijen te bewegen om te investeren in terreinen en de exploitatie op zich te nemen.
De knooppunten scoren hoog in de (inter)nationale ranglijsten van logistieke hotspots. De sector zorgt voor ruim 70.000 arbeidsplaatsen in Limburg. Dat is 14% van het totaal. Het bruto regionaal product bedraagt bijna € 5,5 miljard.
In het beleid voor logistiek richt de Provincie Limburg zich op het handhaven en versterken van de positie en de groei (kwantitatief), vernieuwing om meer toegevoegde waarde te kunnen leveren, het innemen van een belangrijke positie in (het aansturen van) wereldwijde goederenstromen en euregionale samenwerking. Centrale thema’s vormen de begrippen doorstroming, duurzaamheid, verkeersveilig, grenzeloos, leefbaar, effectief en efficiënt.
We zoeken nadrukkelijk de samenwerking op met overheden en organisaties in binnen- en buitenland, omdat goederenvervoer niet aan de provincie- en landgrenzen ophoudt.
Laadinfrastructuur voor logistiek vervoer
De Provincie Limburg draagt actief bij aan de uitrol van laadinfrastructuur voor logistiek vervoer, in lijn met de doelstellingen van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Binnen het logistieke domein ligt de focus op het faciliteren van zero-emissie stadslogistiek, het ondersteunen van transporteurs bij de overstap naar elektrisch vrachtvervoer en het verbeteren van de beschikbaarheid van publieke laadpunten voor zwaar materieel.
In samenwerking met gemeenten, netbeheerders en marktpartijen worden knelpunten in de laadinfrastructuur aangepakt. Deze inspanningen dragen bij aan een toekomstbestendige logistieke sector en sluiten aan bij de bredere duurzaamheidsambities van de provincie.
Kijk voor meer informatie op www.agendalaadinfrastructuur.nl.
Rhombus
Het is de Provincie Limburg vier keer op rij gelukt om een Europese subsidie gehonoreerd te krijgen voor de verduurzaming van binnenhavens als onderdeel van het Rhombus-project.
Het overkoepelende Rhombus project heeft tot doel de modal shift van wegvervoer naar vervoer over water in het Rhombus-gebied te vergroten, en is zo genoemd vanwege het ruitvormige synchro-modale systeem dat Antwerpen-Luik-Venlo-Nijmegen-Rotterdam met elkaar verbindt. Het systeem bestaat uit de belangrijke vaarwegen Albertkanaal, Julianakanaal en de rivier de Maas, met verschillende verbindingen naar andere vervoerswijzen om de modal shift naar water te vergemakkelijken. Door de activiteiten binnen Rhombus goed op elkaar af te stemmen, zijn we beter voorbereid op overstromingen, zijn kortere routes mogelijk voor elektrische en waterstofschepen, en is er minder drukte op belangrijke vaarwegen en in de steden Rotterdam en Antwerpen.
Het betreft de volgende projecten:
Rhombus
Het doel van dit project is het verbeteren van de infrastructuur voor watergebonden activiteiten op drie Rhombus-locaties: ‘Maas, inclusief Maaswerken’ en ‘Albertkanaal/Kanaal Bocholt-Herentals’ van de Noordzee-Mediterrane kernnetwerkcorridor. Dit zal resulteren in extra IWW-capaciteit en de inzet van schepen van klasse Vb, die beide nodig zijn voor het functioneren van het grotere Rhombus-systeem.
Rhombus Upside
Dit is een studieproject dat nodig is voor een geïntegreerde aanpak van de verbetering van de infrastructuur van de binnenwateren. Zo vergemakkelijken we de modal shift van (huidige en toekomstige) vrachtvolumes van wegvervoer naar vervoer over de binnenwateren. Dit zal de verbindingen over de binnenwateren tussen Nederland, België en Duitsland verbeteren en bijdragen aan het dichten van de huidige kloof in de kwaliteit van de infrastructuur. Er is namelijk gebrek aan voldoende en duurzame infrastructuur voor de overslag van goederen over de binnenwateren.
Rhombus Upside II
Het Rhombus Upside II-project omvat werkzaamheden en studies voor de modernisering en aanleg van binnenhaveninfrastructuur in drie uitgebreide TEN-T-havens langs de Maas. Dit project zal de IWW-verbindingen tussen Nederland, België en Duitsland versterken en zo het huidige gebrek aan duurzame IWW-infrastructuur langs deze waterwegen aanpakken.
Rhombus Upside III
Het doel van het project Rhombus Upside III is het uitvoeren van studies en werkzaamheden om de infrastructuur te verbeteren en de capaciteit te vergroten in de uitgebreide TEN-T IWW-havens van Stein (WP 2, 3 en 4) en Maastricht (WP 5). Dit project zal bijdragen aan het verbeteren van de IWW-verbindingen tussen Nederland, België en Duitsland en aan het dichten van de huidige kloof in de kwaliteit van de infrastructuur – het gebrek aan voldoende en duurzame infrastructuurfaciliteiten voor watergebonden overslag langs deze IWW's.
