In de programmering heeft Limburg inzichtelijk gemaakt hoe het restant van de 29.550 gegarandeerd te realiseren woningen uit de Woondeal (periode 2025 tot en met 2030) over de drie woningbouwregio’s en vervolgens de individuele gemeenten verdeeld wordt. De verdeling van aantallen woningen is hierbij uitgezet in jaarschijven per gemeente. Daarbij is een splitsing gemaakt tussen realisaties tussen 2022 en 2024 (T1) en nog te realiseren woningen tussen 2025 en 2030 (T2). Daarnaast heeft het Rijk gevraagd om de programmering op realisme én haalbaarheid te laten checken door corporaties en marktpartijen.
Programmering
De programmering geeft een indicatie van de Limburgse woningbouwproductie die nodig is, ofwel waar we naar moeten of willen streven, om te kunnen voldoen aan de regionale en lokale woningbouwbehoefte tot en met 2030. Daarbij houden we rekening met de eisen van de Wet versterking regie Volkshuisvesting (WvrV) ten aanzien van betaalbaarheid en bouwen voor aandachtsgroepen. De programmering is dus geen lijst van woningbouwplannen, maar het legt de doelstellingen vast die we als overheden samen met partners afspreken. Hierbij geeft de programmering alle partijen inzicht in wie welke bijdrage (aantallen en betaalbaarheid) levert aan de regionale en de provinciale woningbouwopgave. De programmering voorziet zo in een sturingsinstrument én richtinggevend kader. Partijen kunnen zo gerichter plannen en bovendien tijdig het gesprek voeren over wat er nodig is om de Woondeal-doelstellingen te kunnen halen.
Ambitieaantallen
Naast de verdeling van de Woondealaantallen zijn ook de hogere aantallen voor de lokale en regionale woningbouwambities (periode 2025-2030) inzichtelijk gemaakt in de programmering. Dit betreft een aanvulling op de opdracht van het Rijk. Omdat Limburg de komende jaren wil groeien, is het nu al relevant om ook al de ambitieaantallen te verdelen. Deze verdeling geeft ons namelijk inzicht welke bijdragen aan woningbouw worden geleverd op zowel lokaal, regionaal als provinciaal niveau. De ambitieaantallen zijn per jaarschijf uitgezet en verdeeld over zowel de regio’s als de gemeenten. Bestuurlijk is door de Provincie Limburg en de regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Limburg ingestemd om de ambitieaantallen, aanvullend op de opdracht van het Rijk, inzichtelijk te maken.
Ook voor de ambitieaantallen geldt dat deze moeten voldoen aan de wettelijke betaalbaarheidseisen zoals gesteld in de WvrV. Corporaties hebben daarom niet alleen de Woondealaantallen, maar ook de ambitieaantallen op haalbaarheid en realisme getoetst. Op basis van deze check hebben corporaties aangegeven dat zij voldoende sociale huurwoningen in hun planvoorraad hebben om te voldoen aan de resterende Woondealafspraken. De middenhuur aantallen worden ten opzichte van de resterende Woondealopgave nog niet behaald. Voor wat betreft de ambities hebben de corporaties nog geen zicht op alle concrete plannen voor sociale en middenhuur woningen. Verder geldt dat in de concretisering van de programmering de check door marktpartijen deels heeft plaatsgevonden. In de actualisatie van zowel de Woondeal als de programmering volgend jaar zal deze controleslag door marktpartijen nadrukkelijker moeten worden meegenomen.
Actualisatie Woondeal
In 2026 zal de actualisatie van de Woondeal én de programmering plaatsvinden. De geconcretiseerde Limburgse Woningbouwprogrammering ligt voor deze actualisatie ten grondslag. Op kwaliteitsbepalende vraagstukken (zoals transformaties, particuliere huur, het bouwen voor specifieke doel- en aandachtsgroepen, stikstof en netcongestie) wordt deze verder aangevuld.