Zorgvuldige monitoring
De monitoring gebeurt zorgvuldig: in plaats van direct tellen – wat de rust van de dieren verstoort – worden foto’s gemaakt van de vleermuizengroepen. Thuis tellen onderzoekers vervolgens het precieze aantal individuen op de beelden. Dit is het aantal vrouwtjes met jongen samen. Deze aanpak voorkomt onnodige verstoring én levert betrouwbare gegevens, die samen met landelijke cijfers gebruikt worden om trends in de vleermuispopulatie te volgen.
Kleine groepen spelen belangrijke rol
Een interessante observatie van de afgelopen jaren is dat de totale aantallen in Mariahoop en Lilbosch stabiel blijven, ondanks dat er in Mariahoop een afname was tussen 2020 en 2022 en juist een toename in Lilbosch. Hieruit blijkt dat vleermuizen flexibel zijn en tussen de twee locaties verhuizen als omstandigheden veranderen. Verder blijkt uit de gegevens dat, naast deze grote kolonies, ook kleinere groepen in de omgeving een belangrijke rol spelen voor het voortbestaan van de soort.
Deze vleermuizen zijn beschermd onder de Europese Habitatrichtlijn. Hoewel niet alle verblijfplaatsen binnen een officieel Natura 2000-gebied liggen, zijn ook de omliggende locaties essentieel vanwege hun ‘externe werking’ voor de populatie en daarmee eveneens beschermd. Elk jaar levert de Provincie telgegevens aan de Zoogdiervereniging en het CBS, die zo het grotere plaatje kunnen volgen via het Compendium voor de Leefomgeving.
Vleermuis en infrastructuur – het dossier A2
Tot slot woedt er volop discussie rond de verbreding van de A2. Uit de monitoring is namelijk duidelijk geworden dat op een aantal locaties langs deze snelweg vleermuizen veilige oversteekplaatsen nodig hebben. Om aanvaringen met verkeer te voorkomen, gaat Rijkswaterstaat ecoducten en geleidingsconstructies aanleggen. Dit project vraagt extra tijd en investeringen, maar is essentieel voor het behoud van deze unieke soort in Limburg.
Publicatie ontwikkeling ingekorven vleermuis eind 2025
Eind 2025 verschijnt een uitgebreid artikel over de ontwikkeling van de ingekorven vleermuis sinds de jaren 80 en de mogelijke oorzaken achter de veranderingen.