Limburg in Brussel: het belang van connecties maken en een sterk netwerk opbouwen
Deze week was het Limburgs provinciebestuur in Brussel: om ambities te delen, contacten te verdiepen en inzichten op te halen. Hoe zorg je dat deze ambities worden gehoord in Europa? Daarover spraken we collega’s Jacqueline de Groot en Laura Franssen.
“Het klikt ook gewoon!” Laura en Jacqueline moeten er beiden om lachen. Ze ontmoetten elkaar voor het eerst een jaar geleden door een luchtig praatje in de wandelgangen van de Provincie. Ze hebben elkaar gevonden in zowel hun passie voor hun werk in 'het Brusselse’ als op persoonlijk niveau. We spreken Jacqueline de Groot en Laura Franssen over hun bijzondere werk. De één begon 25 jaar geleden in Brussel, de ander zit er net een jaar.
Hoewel ze inmiddels een andere baan heeft, werkte Jacqueline de Groot (56) jarenlang voor het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. Ze begon in de oprichtingsjaren van het HNP, dat in 2025 zijn 25-jarig jubileum viert. Jacqueline stond destijds aan de frontlinie om provinciale thema’s onder de aandacht te brengen bij de Europese instellingen.
Laura Franssen met haar 29 jaren jong (bijna 30) begon enkele jaren geleden als RichtingZuid-trainee Public Affairs in het Duitse Düsseldorf. Nu vertegenwoordigt Laura de regionale belangen in Brussel. Dat doet ze samen met Rick Maijer en de andere collega’s van het team Public Affairs van de Provincie Limburg en zeker ook met collega’s van het HNP.
Momentum en finesse
Dat vertegenwoordigen kan niet zonder een soms ingewikkeld samenspel tussen regio’s, provincies en bestuurders, lidstaten en het Europese instellingen zoals de Europese Commissie en het Europees Parlement. Parlement heet het niet voor niets, want een praatje maken - of parler op z’n Frans - sociaal zijn en het juiste moment pakken is de finesse die je moet beheersen en aanvoelen in dit vak. “Het creëren van een momentum is echt wel essentieel,” vertelt Jacqueline.
Het is net een klein dorp
Ons interview vindt plaats in één van de EU-kantoorgebouwen in Brussel. Terwijl we naar binnen lopen, laat Laura vallen: “het is hier net een klein dorp, je komt altijd mensen tegen die je kent”. Het zoemt er van gesprekken in allerlei verschillende talen. Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans… en, ja, we horen ook Limburgs. Het is er een diversiteit aan talen en mensen, net zoals Europa een diversiteit aan talen en culturen is.
Mickey Mouse bar
We strijken neer in een koffiehoek met kleurrijke stoelen. Met de stoelen in rood-geel-blauw-groene kleuren en een vormgeving uit de jaren negentig, doet de Mickey Mouse bar zijn naam eer aan.
Wat hebben jullie eigenlijk met Brussel en hoe zijn jullie in dit werk gerold?
Jacqueline begint te vertellen: “De reden waarom ik toen heb gesolliciteerd, 25 jaar geleden, is eigenlijk omdat ik een beetje van mijn geloof was gevallen dat Nederland het alleenrecht had op waterdeskundigheid. Ik werkte destijds als projectleider voor het Limburgs hoogwaterproject Tungelroyse Beek (hoogwaterproblematiek ‘93 en ‘95) vanuit mijn achtergrond als aquatisch ecoloog en moest vanwege Europese funding naar Duitsland, België, Engeland… Frankrijk om te vertellen over onze wateraanpak. Toen zag ik hoe ze het daar deden en dat kon net zo effectief zijn. Er gebeurde veel meer ook in de rest van Europa dan ik had gedacht. Dat is de reden waarom ik toen besloot te solliciteren bij het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel.”
Laura: “Mijn interesse begon vooral vanuit de Duitse hoek, mede omdat Duitsland gewoon een ontzettend grote speler is in Europa en ik het fascinerend vind hoe de geschiedenis van ons continent tot onze huidige Unie heeft geleid. Daarnaast komt het overgrote deel van onze wetgeving, zowel voor het Rijk als de Provincie, hier [Brussel, red.] vandaan. De internationale samenwerking en het grensoverstijgende karakter van mijn functie spreken mij heel erg aan.”
Wat is een groot deel van het werk in Brussel?
Laura: “Ja, dat is toch wel het sociale aspect. Ons werk is altijd gericht op samenwerken. Dus als je dat ziet en snapt hoe dat werkt, ook hoe belangrijk dit is voor onze provincie, dan kom je samen verder. Het netwerk is heel belangrijk.”
Jacqueline: “Zeker, je moet een bepaalde feeling hebben. Met name in de verbinding zoeken en connecties maken. Je denkt continu ‘hoe kunnen we elkaar verder brengen en hoe kunnen we elkaar versterken’. Als je dat hier in Brussel niet doet, dan wordt het wel heel moeilijk om impact te realiseren.”
Hoe belangrijk is het samenwerken?
Jacqueline: “Als je hier echt een lobby doet op een inhoudelijk dossier, dan is dat ook een stukje massa creëren. Hoe meer stakeholders eenzelfde boodschap uitdragen, des te groter de kans dat het effect heeft en wordt ontvangen door de Europese instellingen, en dus wordt meegenomen in beleidsontwikkelingen op Europees niveau. En als je het hebt over samenwerking binnen de Nederlandse provincies, en breder met het Rijk, kun je sneller een krachtig standpunt innemen, dan kun je echt grote dingen binnenhalen.”
En wat heeft Limburg eraan?
Laura: “Het Limburgs provinciebestuur is nu hier in Brussel om thema’s, die belangrijk zijn voor Limburg, onder de aandacht te brengen bij onze Brusselse stakeholders. Het is een kans om warme contacten te onderhouden en onze provinciale ambities uit te dragen. En andersom ook om kennis en kunde te vergaren om deze ambities tot uiting te kunnen brengen. Die ambities proberen wij hier in gezamenlijkheid met de andere provincies binnen het Huis van de Nederlandse Provincies, aan de man te brengen.”
We hebben elkaar nodig
“Ook de gesprekken en contacten met assistenten van Europarlementariërs zijn belangrijk. Laatst nog zei een assistent hoe fijn zij het vinden dat wij naar hen toe komen en inhoudelijke input leveren. Want een Europarlementariër is natuurlijk bezig met heel veel dossiers tegelijk en zij willen weten wat in de praktijk wel werkt en wat niet. Dus, ja, we hebben elkaar nodig. En het scheelt wanneer er een wederzijds belang is.”
Jacqueline: “En op dezelfde manier onderhouden we contacten en werken we samen met medewerkers van de Europese Commissie, medewerkers van vooruitgeschoven posten van bijvoorbeeld de Duitse en Belgische regio’s en de vertegenwoordiging van de nationale overheid in Brussel.”
En is dat iets waar Limburg sterk in is? In contacten onderhouden en samenwerken?
Laura: “De zichtbaarheid is wel iets wat wij vaak terugkrijgen, dat Limburg daar heel sterk in is. Het feit dat het voltallig Limburgs college twee keer per jaar komt, wordt opgemerkt en op prijs gesteld. Deze zichtbaarheid is nuttig. Zo wordt de kans vergroot dat je boodschap ergens wordt opgevangen en dat er iets mee gedaan wordt.”
Jacqueline: “Toen ik net startte bij het HNP, weet ik nog dat niet iedere Nederlandse regio was vertegenwoordigd hier in Brussel. Het was nog veel meer ieder voor zich, totdat de samenwerking in het HNP meer begon te groeien. Ik denk sowieso dat het netwerkverhaal over de grens wel een beetje in de genen zit van de zuidelijke provincies. Niet alleen richting Brussel en met België, ook zeker richting Duitsland.”
Willen jullie verder nog iets kwijt?
Jacqueline: “Nou, dat ik echt über trots ben op jou Laura, ook op Rick Maijer en jullie voormalige collega Arthur Maurer, op hoe jullie je werk doen. Het is gewoon een hele bijzondere plek om je werk te mogen doen, maar tegelijkertijd geen gemakkelijke plek, ook omdat de aanhaking met de collega’s in Maastricht heel erg belangrijk is.”
Laura: “En andersom heb jij voor ons een ontzettend goed fundament gelegd. Je hebt de weg voorbereid.”
Jacqueline en Laura voor de ingang voor het Paul-Henri Spaakgebouw van het Europees Parlement

