Infopunt mijnbouw


Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw is er in Limburg mijnbouw gepleegd. Dat heeft nu en in de toekomst gevolgen voor de bodem in onze provincie. Het is geen nieuw of acuut probleem, maar wel iets waar we ons in de regio bewust van moeten zijn.

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken is daarom onderzoek gedaan naar de effecten van vroegere steenkoolwinning. Dat onderzoek is mede op aandringen van de regio (provincie Limburg en betrokken gemeenten) uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is besloten een aantal maatregelen te treffen. Zo worden er extra meetpunten geplaatst om de gevolgen van stijgend mijnwater in kaart te brengen en zullen in Kerkrade oude, kleine mijnschachten worden opgespoord en voor zover nodig worden opgeruimd. Verder worden zes industriële schachten in de mijnstreek beter afgedicht en zal er een regionaal kennis- en expertisecentrum worden ingericht waar alle informatie over de effecten van vroegere mijnbouw wordt samengebracht. Deze voorgestelde maatregelen worden door de rijksoverheid samen met de regio uitgevoerd.

In het onderstaande overzicht van vragen en antwoorden leest u meer over de uitkomsten van de onderzoeken en de maatregelen die nu worden genomen.

Wat zijn na-ijleffecten van vroegere mijnbouw?

Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw is er in Limburg mijnbouw gepleegd. Daardoor kan er sprake zijn van gelijkmatige bodemstijging, als gevolg van langzaam stijgend mijnwater, en liggen er in een zeer beperkt gebied rond Kerkrade nog kleine oude mijnschachten. Dat zijn effecten van vroegere mijnbouw die we goed in de gaten houden om zonodig tijdig maatregelen te kunnen nemen.

Waarom onderzoek naar de effecten van vroegere mijnbouw?

De minister en de regio (Provincie en betrokken gemeenten) willen goed zicht hebben op de aard en de omvang van de effecten van vroegere mijnbouw. Naar aanleiding van de verzakking bij winkelcentrum ’t Loon in Heerlen in 2011 en enkele meldingen van schades in de vroegere mijnregio, is besloten onderzoek te doen. De minister heeft een gerenommeerd Duits ingenieursbureau (IHS) en de Britse Coal Authority gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Zij hebben beide veel ervaring met mijnbouw en de gevolgen daarvan op langere termijn. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn nu aan de Tweede Kamer gepresenteerd, samen met de maatregelen die de minister en de regio willen nemen om met de effecten van vroegere mijnbouw om te gaan.

Welke maatregelen worden getroffen?

Er worden om te beginnen meer meetpunten geplaatst om de stijging van mijnwater en de bodem goed te kunnen volgen. Ook is besloten om zes wat oudere industriële schachten beter af te dichten. Daarnaast wordt er op korte termijn een expertisecentrum ingericht waar alle kennis over de effecten van vroegere mijnbouw wordt verzameld. Hier kan straks iedereen terecht met vragen, bijvoorbeeld of er in de buurt van een nieuwe bouwkavel vroeger mijnbouw is gepleegd en welke effecten dat mogelijk nog heeft. Alle resultaten van metingen en bijbehorende kaarten en gegevens kunnen in dit expertisecentrum worden geraadpleegd. Specifiek in Kerkrade worden aanvullende maatregelen genomen rond enkele tientallen oude, kleine mijnschachten die zich daar nog in de bodem bevinden. Deze worden voor zover dat nog niet is gebeurd, opgespoord en exact in kaart gebracht. Vervolgens wordt bekeken welke daarvan moeten worden opgeruimd (‘gesaneerd’) en in welke volgorde. Dat is onder andere afhankelijk van de staat waarin ze zich bevinden en de exacte locatie. Met het opsporen en opruimen is in 2017 begonnen.

Onveilig situaties door vroegere mijnbouw?

Uit de onderzoeken komen geen situaties naar voren die acuut onveilig of gevaarlijk zijn. De adviezen richten zich vooral op het blijven volgen van de effecten van vroegere mijnbouw (monitoren). Dat gaat dus ook gebeuren. Geen van de effecten leidt tot onoplosbare problemen, dus mocht er in de toekomst iets worden ontdekt dat om ingrijpen vraagt, dan kunnen passende maatregelen worden genomen. Het toekomstige expertisecentrum gaat bovendien een belangrijke rol spelen in het tijdig signaleren van mogelijke ongewenste effecten. Dat helpt om onveilige situaties te blijven voorkomen. In Kerkrade wordt daarnaast actief werk gemaakt van het aanpakken van oude, kleine schachten die zich daar nog bevinden. Zodat ook daar de veiligheid gewaarborgd is.

Wat is mijnwater?

De mijnen in Limburg (en elders in de wereld) reikten soms honderden meters diep. Graven en werken op die diepte was alleen mogelijk als het waterpeil met pompen kunstmatig erg laag werd gehouden. Nadat de mijnbouw in Limburg en ook over de grens in Duitsland was gestopt, zijn deze pompen uitgezet (in Zuid-Limburg was dat in 1994), zodat het waterpeil weer z’n oorspronkelijke niveau zou kunnen bereiken. Dat proces is nog steeds gaande: het water stijgt langzaam maar zeker. Dat heeft twee effecten: om te beginnen wordt door het stijgende waterpeil de bodem langzaam wat omhooggeduwd. En daarnaast bestaat de mogelijkheid dat mijnwater op termijn opstijgt naar bovenliggende lagen en de kwaliteit van het diepere grondwater beïnvloedt. Daarom is besloten dit proces goed te blijven volgen via extra peilbuizen en meetpunten. Uit onderzoeken blijkt dat het nog tussen de vijftien tot veertig jaar duurt voordat de waterhuishouding z’n definitieve nieuwe evenwicht heeft bereikt.

Kunnen effecten van vroegere mijnbouw tot schade leiden?

In uitzonderlijke gevallen is dat mogelijk. Er zijn schaarse voorbeelden van huizen die scheuren vertonen bijvoorbeeld. Of er kan sprake zijn van schade, omdat een bouwvergunning nog niet kan worden toegekend als gevolg van de aanwezigheid van een oude mijnschacht. Van ernstige schade op grote schaal is echter op dit moment geen sprake.

Wie draait er op voor de kosten van eventuele schade?

De regio (Provincie en betrokken gemeenten) zijn van mening dat eventuele schades die aantoonbaar het gevolg zijn van vroegere mijnbouw zouden moeten worden vergoed door de rijksoverheid. Limburg heeft er dankzij de steenkolen immers altijd voor gezorgd dat Nederland er warmpjes bijzat, dus nu mogen de Limburgers niet in de kou staan als er door die mijnbouw jaren later schade ontstaat. Vooralsnog hanteert de minister echter een verjaringstermijn, die er in de praktijk toe leidt dat schade die nu zichtbaar wordt, niet meer door het Rijk zou hoeven worden vergoed. De regio doet er alles aan om de minister op dit punt op andere gedachten te brengen. Inmiddels loopt er een procedure die hierover helderheid moet verschaffen. Voor de korte termijn is er een oplossing in de vorm van het Calamiteitenfonds Mijn(water)schade, een tijdelijk fonds dat op initiatief van de regio is opgericht, zodat eventuele schadegevallen netjes kunnen worden afgehandeld. Zowel de Provincie Limburg als de betrokken gemeenten en het ministerie van Economische Zaken hebben geld in dit fonds gestort. Voor meer informatie: http://www.mijnwaterschade.nl/.

Waar kan ik in de tussentijd met vragen terecht?

De Provincie Limburg en de betrokken gemeenten willen dat alle mensen en bedrijven in de regio zo goed mogelijk worden geïnformeerd. Vandaar ook dit overzicht van veelgestelde vragen en de bijbehorende antwoorden.

Heeft u een vraag over de effecten van vroegere mijnbouw, waarvan u het antwoord niet op deze webpagina vindt, stuur dan een mail naar: infopuntmijnbouw@prvlimburg.nl of bel met 043-389 89 89. De medewerkers van dit tijdelijke informatiepunt gaan dan voor u op zoek naar het antwoord. Zij zijn op werkdagen bereikbaar van 09.00 tot 17.00 uur.