Alle 31 Limburgse gemeenten en het Waterschap Limburg zetten zich, net als de Provincie Limburg, in voor de Limburgse norm. Deze handreiking van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Limburg, dat ook ondersteunt bij de uitvoering ervan, biedt overheidsorganisaties handvatten in de aanpak van ondermijning en het versterken van hun weerbaarheid.
Burgemeester Raymond Vlecken van de gemeente Weert en Gert Wibbelink, hoofd van RIEC Limburg, vertellen hoe de lokale en regionale weerbaarheid het afgelopen jaar is versterkt.
“We hebben net de vierde van in totaal vijf werksessies van de reeks weerbaar bestuur in Limburg achter de rug, voor burgemeesters, gemeentesecretarissen en griffiers. Bij de voorlaatste sessie was de gouverneur als portefeuillehouder Veiligheid en Bestuurlijke en ambtelijke integriteit ook aanwezig”, begint Wibbelink. “We hebben het dan over de thema’s integriteit, een veilige werkomgeving en intra- en intergemeentelijke samenwerking in relatie tot een weerbare overheid, die tegenwicht biedt aan ondermijning. Samenwerking tussen verschillende afdelingen binnen een gemeente, maar zeker ook tussen gemeenten onderling, is erg belangrijk in dit opzicht, omdat ze vaak te maken hebben met vergelijkbare problematiek”, weet hij.
Grensoverstijgende aanpak georganiseerde criminaliteit
In de aanpak van georganiseerde criminaliteit is internationale samenwerking voor Limburg als grensprovincie mogelijk nog belangrijker. “Voor criminelen vormen grenzen geen barrières, voor bestuurders juist wel. Dit vanwege de verschillen in wet- en regelgeving, maar ook in bestuurlijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Een Nederlandse burgemeester mag informatie vaak niet delen met partners in België en Duitsland. In 2025 willen we onder andere kijken hoe we deze juridische drempels kunnen wegnemen of in ieder geval kunnen verlagen”, zegt Wibbelink.
Veiligheid publieke taken
“Een van de verbeterpunten waar we werk van maken, is de veiligheid van medewerkers en bestuurders. Als de veiligheid van een ambtenaar of bestuurder in het geding is, moet je mijns inziens als overheid altijd in actie komen. Bij verwijtbaar gedrag dat niet per se strafbaar is, zou je corrigerend of disciplinair kunnen optreden. Bij strafbaar gedrag zou je zonder uitzondering moeten overgaan tot aangifte en strafvervolging”, vindt Wibbelink, die bijval krijgt van Vlecken: “Ambtenaren krijgen vaker te maken met bedreiging of intimidatie, wat de werking van het openbaar bestuur ondermijnt. Daar hebben we duidelijke protocollen voor, die we wanneer nodig natuurlijk ook in gang zetten. Het kan er zelfs toe leiden dat iemand de toegang tot het gemeentehuis wordt ontzegd. Doordat we binnen onze organisatie intensief bezig zijn met dit thema, onder meer in workshops, zie ik gelukkig dat ambtenaren eerder aan de bel trekken.”
Volgens Vlecken beseffen mensen vaak niet hoe heftig bijvoorbeeld een scheldpartij of hatelijk bericht op sociale media kan zijn. “Bestuurders en ambtenaren ondervinden daar vaak serieuze psychische klachten van. Dan heb ik het nog niet eens over de ernstigere gevallen, waarbij iemand met zijn leven bedreigd wordt of fysiek wordt aangevallen. Helaas heb ik ook weleens een medewerker in het ziekenhuis moeten bezoeken. Vanzelfsprekend begeleiden we iemand in een eventuele strafprocedure, maar we voorzien ook in een stukje nazorg bij incidenten. Ik til erg zwaar aan intimidatie en bedreiging; als iemand aan een ambtenaar komt, komt-ie aan mij”, zegt de burgemeester gedecideerd.
Een beetje integer bestaat niet
Integriteit is een basisvoorwaarde voor de kwaliteit en geloofwaardigheid van het openbaar bestuur en kan het vertrouwen van de burger in de overheid maken of breken. “Als we het hebben over weerbaarheid en integriteit, haal ik altijd graag een uitspraak van Ien Dales aan: ‘Een beetje integer bestaat niet’”, citeert Wibbelink de oud-minister van Binnenlandse Zaken. “Het is belangrijk dat bestuurders en ambtenaren, maar ook volksvertegenwoordigers, integer zijn. We houden ons bijvoorbeeld bezig met de vraag hoe we de integriteit van gemeenteraadsleden kunnen stimuleren en borgen. Dat is soms een discussiepunt”, doelt Wibbelink op de bijzondere positie van gekozen volksvertegenwoordigers.
“Wat ik duidelijk merk, is dat we steeds alerter worden op integriteit en er ook anders mee omgaan”, zegt Vlecken over dit thema. “Vroeger werd iets kleins, wat vaak niet eens een integriteitskwestie was, meteen opgeblazen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over een situatie waar de schijn van belangenverstrengeling omheen hangt, terwijl de persoon in kwestie zijn eigen belang in feite helemaal niet heeft laten meewegen. Tegenwoordig zitten we wat dat betreft meer in de sfeer van signaleren en bespreekbaar maken dan gelijk veroordelen. Als er gerede twijfel is, ook al is die achteraf onterecht of ongegrond, durf iemand dan ook aan te spreken op zijn of haar gedrag. Wij hebben hier gelukkig een cultuur waar mensen ook openstaan voor dat gesprek”, zegt Vlecken.
‘Raadsleden begeven zich naar hoger niveau’
“Kijkend naar de kwaliteit van het openbaar bestuur, zie je ook dat onze raadsleden zich naar een hoger niveau begeven, onder andere door de cursussen en workshops die wij op dit gebied organiseren. We vliegen ook gespecialiseerde bureaus in, die thema’s als weerbaarheid en integriteit op een vaak luchtige wijze behandelen, maar in gesprekken met zowel het college als de raad zorgen voor meer diepgang. Ook het ambtelijk apparaat wordt intensief betrokken bij het thema weerbaarheid. Wat ik constateer, maar dat is in elke gemeente zo, is dat raadsleden door hun drukke agenda niet elke bijeenkomst kunnen bijwonen. In de toekomst hopen we meer raadsleden op deze informatiebijeenkomsten te mogen ontmoeten”, spreekt Vlecken zijn wens uit.
‘Goede rekenkamer is waardevol instrument’
Vlecken is ook voorzitter van de landelijke projectgroep versterking lokale rekenkamers vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “De afgelopen jaren hebben we − ikzelf en twee andere burgemeesters − zoveel mogelijk gemeenten bezocht waar de rekenkamer een extra impuls kon gebruiken. Tijdens die bezoeken heb ik raadsleden gesproken die niet wisten wat een rekenkamer voor hen kan betekenen. Een gemiste kans, want een goede rekenkamer is een waardevol instrument. Niet iedereen is inmiddels even ver, gezien hun uiteenlopende startposities, maar je ziet wel dat door de visitaties de meeste rekenkamers beter functioneren”, zegt Vlecken. “De expertise die ik in die hoedanigheid heb opgedaan, kunnen we ook hier in Weert introduceren. Al waren we al goed op weg, met een goede, onafhankelijke rekenkamer, wat natuurlijk ook ten goede komt aan de kwaliteit van het openbaar bestuur.”
Limburgse norm als katalysator
“Het is mooi dat we ons met zijn allen aan de Limburgse norm hebben gecommitteerd. Goed om te zien dat iedereen ermee bezig is”, vindt Vlecken. “Het is een praktisch instrument om concreet werk te maken van een weerbare overheid en tevens een katalysator om dat proces te versnellen. Als ik zie op welk niveau van weerbaarheid Weert zich bevindt op de piramide en ik kijk naar de stappen die we op elk van de thema’s hebben gezet, durf ik te beweren dat we stevig aan de weg timmeren”, doelt Vlecken op de ‘Piramide naar fitte gemeente’, die de basis vormt voor de Limburgse norm.
ACT! zet zoden aan de dijk
Het doel van één gezamenlijk gedragen norm is dat binnen Limburg ‘de dijken overal even hoog zijn’. “Daarbij moet je wel aantekenen dat het water in bepaalde regio’s harder tegen de dijk klotst dan in andere”, zegt Vlecken. “De sociale problematiek in bijvoorbeeld Parkstad is van een compleet andere orde dan hier. Ook in Weert zitten er natuurlijk links en rechts puisten en zweren, en door de omvang van ons buitengebied en het gebrek aan politiecapaciteit lopen we soms tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan”, merkt hij op. “De intergemeentelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit is dan ook een waardevolle aanvulling op de reguliere lokale aanpak”, verwijst Vlecken naar de vijf regionale ACT!-interventieteams in Limburg. Deze teams bestaan uit handhavers en toezichthouders, die ondersteund worden door de politie, belastingdienst, het Openbaar Ministerie en andere relevante instanties. “We zien dat deze bestuurlijke aanpak van ondermijning, die zich in Noord- en Zuid-Limburg al bewezen heeft, ook hier zoden aan de dijk zet”, constateert Vlecken, die voorzitter is van het regioteam in Midden-Limburg.
‘Gemakkelijker over grenzen samenwerken’
Om ondermijnende criminaliteit aan te pakken, werkt de gemeente Weert ook nauw samen België. “Ik heb mijn agenda al gevuld met afspraken met de nieuwe burgemeesters van onze grensgemeenten, om te praten over hoe we elkaar kunnen helpen, met alle belemmeringen die er zijn. Door het nieuwe Benelux-politieverdrag, het meest vergaande in Europa, kunnen we voortaan gelukkig beter en gemakkelijker over elkaars grenzen samenwerken. Het is mooi dat Frans Weekers, secretaris-generaal van de Benelux Unie, dit onderwerp hoog op de agenda heeft staan. Zelf wil ik de grensoverstijgende aanpak van georganiseerde criminaliteit in 2025 nog nadrukkelijker oppakken én prominenter in beeld brengen, zodat burgers ook zien dat we over grenzen heen kijken”, besluit Vlecken.