Een gesprek tussen Jos Lantmeeters en Emile Roemer, allebei gouverneur van Limburg, elk in hun eigen land. De twee bruggenbouwers ontmoeten elkaar op een druilerige ochtend in het mooie Terhills, een voormalige mijnsite die is getransformeerd tot natuur- en recreatiegebied, gelegen aan de rand van Nationaal Park Hoge Kempen.
Onze gedeelde geschiedenis is erg belangrijk voor mij”, begint Lantmeeters. De landsgrens is er natuurlijk, maar de Limburgse identiteit houdt niet op bij die grens. We hebben van oudsher een sterke band. Wat het voor mij extra bijzonder maakt, is de bereidheid van beide Limburgen om samen te werken. Ik denk dat ik in dat opzicht mijn collega-gouverneur Roemer zelfs vaker spreek dan dat ik mijn Belgische collega’s zie. We zijn geen buren, maar eerder broers die samen staan voor de beide Limburgen.”
We hebben van oudsher een sterke band
Denken in mogelijkheden
Hoe ziet die samenwerking er dan uit in de praktijk? Roemer: “We hebben met name de laatste jaren fors geïnvesteerd in grensoverstijgende samenwerking, want dat biedt enorme kansen. Dat heeft geresulteerd in tal van gezamenlijke initiatieven op diverse vlakken. Ik noem de Einstein Telescope als sprekend voorbeeld, die aan beide zijden van de grens en ook in Noordrijn-Westfalen op grote steun kan rekenen.” Lantmeeters vult aan: “We hebben natuurlijk te maken met obstakels die de samenwerking soms in de weg staan, maar wat wij gemeen hebben, is dat we liever kijken naar wat wél kan en we gezamenlijk de grenzen van die mogelijkheden proberen op te rekken. Dit wetenschapsproject is een echte brug tussen onze provincies en brengt ons samen. Ook al is de telescoop ondergronds: het verbindt wel onze regio."
Continu knokken
Zowel Belgisch- als Nederlands-Limburg bevindt zich in een uithoek van het land en beide hebben een forse buitengrens, waardoor ze veelal voor soortgelijke uitdagingen staan. “Door onze ligging aan de rand van het land lijkt het er soms op dat we ons ook aan de rand van de aandacht van de nationale regering bevinden. Dat geldt voor u wellicht nog meer dan voor ons”, kijkt Lantmeeters naar Roemer. “Het gevoel van aan de zijlijn staan leeft in ieder geval sterk onder de inwoners van Limburg en we staan als regio niet altijd even scherp in het vizier van de regering. We moeten dan ook continu blijven knokken om de belangrijke zaken die hier spelen op de landelijke agenda te zetten”, onderschrijft Roemer. “Ik word wel eens gevraagd om ‘eventjes naar Den Haag te komen’, maar als het andersom is, moet men ‘helemaal naar Limburg’. Terwijl wanneer ik een delegatie uit de hofstad mag ontvangen, men zich telkens verbaast over de mogelijkheden die we hier hebben en hoe hard we werken om de kansen die er liggen te grijpen”, illustreert Roemer. “Als ik van daaruit een bruggetje mag maken naar onze Limburgse onderwijsinstellingen en de landelijke politieke discussie om de instroom van internationale studenten te beperken, denk ik dat men voorbijgaat aan het feit dat wij een zeer internationale én vergrijzende regio zijn waar die internationalisering van het onderwijs juist broodnodig is.”
Limburger is veerkrachtig
Lantmeeters: “Wat ik bewonderenswaardig vind, is de veerkracht van de Limburgers. Wat we ook hebben meegemaakt, we krabbelen altijd weer op en vinden een manier om samen vooruit te gaan. Dat patroon zie je telkens terug in onze geschiedenis. Na het sluiten van de mijnen hebben we een behoorlijke transitie doorgemaakt. Niet alleen economisch en sociaal, maar ook cultureel en ecologisch. Voormalige mijnsites zijn omgevormd tot culturele en toeristische trekpleisters. Het prachtige natuurgebied hier om ons heen is ontstaan op voormalige mijnbouwgronden.” Hij wijst naar een van dichtbegroeide terrils, of (mijn) steenbergen, die de herinnering aan de steenkoolwinning in Limburg levendig houden. “De mijnsluiting was natuurlijk ook in onze geschiedenis een kantelpunt”, constateert Roemer. “De daaropvolgende transitie in de Oostelijke en Westelijke Mijnstreek was geen gemakkelijke opgaaf, maar het is gelukt, vooral door regionaal samen te werken op dit vlak. De meer recente impact van de sluiting van Ford in Genk of Nedcar in Born bijvoorbeeld: wij Limburgers gaan niet bij de pakken neerzitten. Schouders eronder, hard werken en onszelf opnieuw uitvinden. We zijn zeer flexibel, hebben ondernemersgeest en durven te innoveren. Kijk bijvoorbeeld naar wat de samenwerking tussen wetenschap, bedrijfsleven, overheid en onderwijs op onze vier Brightlands-campussen en bij het Thor Park in Genk oplevert aan innovatieve oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Daar mogen we best trots op zijn!”, vervolgt Roemer. “En bovenal: die trots mogen we als beide Limburgen ook meer uitdragen naar Brussel en Den Haag. We hebben hier grenzeloos veel mogelijkheden, wij zien die kansen en blijven ze ook elders op de agenda zetten.”
Culturele tradities als bindmiddel
Limburgers aan beide kanten van de grens hebben een sterke eigen identiteit en culturele tradities die hen verenigen. Roemer noemt enkele voorbeelden: “Kijk naar de Vastelaovend of het Oud Limburgs Schuttersfeest, waar vrijwel alle schutterijen uit beide Limburgen samenkomen. Of naar onze gedeelde bourgondische cultuur en streekgerechten als zuurvlees en de Limburgse vlaai, die dit jaar door de Europese Commissie erkend is als streekproduct.” “De officiële erkenning voor de Limburgse vlaai is natuurlijk prachtig en versterkt de gezamenlijke verbondenheid die we toch al voelen”, glimlacht Lantmeeters. “De taal is uiteraard ook iets dat we gemeenschappelijk hebben, maar ik moet zeggen dat wij hier met grote ogen kijken naar de status die de Limburgse taal bij u heeft”, zegt Lantmeeters over het Limburgs, dat Europees wordt erkend als regionale taal. Roemer: “We willen graag dat het Limburgs in 2030 dezelfde status krijgt die het Fries nu al heeft in ons land, als tweede officiële taal in de provincie.” Hij doelt op het voorstel van Gedeputeerde Staten, dat Provinciale Staten voor de kerstdagen hebben besproken en omarmd.
De Limburgdag in teken van toerisme
Op de Limburgdag, wanneer traditiegetrouw de gedeputeerden van beide provincies elkaar ontmoeten, ging de aandacht uit naar het feit dat de beide Limburgen dit jaar 185 jaar geleden van elkaar werden gescheiden. Meer dan naar de scheiding, ging de aandacht echter uit naar toeristische samenwerking en het idee om Limburg op de kaart te zetten als één internationale bestemming. Lantmeeters: “De kracht van Limburg ligt in onze grensoverstijgende oriëntatie. We denken niet zozeer in termen van landen, maar van twee provincies die elkaar aanvullen en samen sterker staan. We zijn geen concurrenten van elkaar, we leren juist van elkaar.” Roemer vult aan: “Absoluut. Als je beide Limburgen als één regio bekijkt, zie je een complementair aanbod. Wat bij ons ontbreekt, vind je aan de andere kant van de grens en vice versa. Het zou geweldig zijn als we samen kansen bijvoorbeeld op het gebied van toerisme nog beter kunnen benutten”, vindt Roemer. “Ik sluit mij daar volledig bij aan”, vindt ook Lantmeeters. “Limburg is een sterk merk en wij zouden dat moeten uitdragen aan beide kanten van de grens. Wij zien als gouverneurs geen Grensmaas, maar juist een gemeenschappelijke Maas die ons samenbrengt.” Roemer: “Alleen op het vlak van criminaliteit en ondermijning willen we juist wél grenzen en barrières creëren. Daar werken we hard aan samen met de veiligheidspartners”.
Positieve energie
Zo makkelijk als een toerist de grens kan oversteken, zo moeilijk kan het zijn om bestuurlijk samen te werken over de grens. “Dan merk je dat een landsgrens meer is dan een streep op een kaart en dat er allerlei drempels zijn die de samenwerking bemoeilijken”, constateert Roemer. Lantmeeters vult aan: “We hebben veelal dezelfde uitdagingen, maar het is soms moeilijk om tot gemeenschappelijk beleid te komen, onder andere doordat de lokale verkiezingen in België en Nederland niet gelijklopen.” Roemer: “De bereidheid om grensoverstijgend samen te werken is echter heel groot. Je kunt niet alle obstakels uit de weg gaan, maar de positieve energie die er is moet benut worden om de kansen die er liggen te grijpen, want we hebben elkaar nodig om vooruit te komen. Als we door blijven zetten, kan Limburg de motor zijn van veel positieve ontwikkelingen − in de regio, in het land en ook in Europa.”
Euregio Maas-Rijn als middelpunt van het universum?
Over het grijpen van kansen gesproken: Nederland, België en Duitsland zetten momenteel gezamenlijk stappen om de Einstein Telescope in de grensregio te mogen bouwen, een geavanceerd ondergronds observatorium voor zwaartekrachtgolven. “De komst van de Einstein Telescope zou natuurlijk een enorme impact hebben. Niet alleen op de bedrijvigheid en economie in de Euregio Maas-Rijn, maar in alle drie de landen”, zegt Lantmeeters over het project, dat de potentie heeft om een van de grootste wetenschappelijke doorbraken van de 21e eeuw te realiseren en onze kennis van het universum drastisch te vergroten. Roemer: “Het bouwen ervan alleen al zou de regionale bedrijvigheid enorm veel opleveren. Bovenal zou het de kennisinfrastructuur in de regio enorm versterken. In 2025 of ‘26 valt er een besluit over de locatie. Ik denk dat we gezamenlijk een erg sterke kandidatuur hebben. In oktober was er nog een conferentie in het Discovery Museum in Kerkrade over het project, waarop bekend werd gemaakt dat de ondergrond in het grensgebied voldoende stabiel is en mogelijkheden biedt om de telescoop te bouwen. Dat is althans de voorlopige conclusie die we mogen trekken uit de eerste resultaten van de boringen.”
We hebben gezamenlijk een erg sterke kandidatuur
80 jaar vrijheid
Van een blik op het universum naar een duik in de geschiedenis. In 2024 werd in Limburg gestart met de nationale viering en herdenking van 80 jaar vrijheid. Roemer kijkt terug: “Op 12 september was ik samen met ons koningspaar in Mesch, het eerste bevrijde dorp in Nederland. Die dag was het precies 80 jaar geleden dat de eerste geallieerde soldaten hier de Belgisch-Nederlandse grens overstaken. Het was een gedenkwaardige dag, waarop Zijne Majesteit de Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima en ook ikzelf met zowel ooggetuigen als veteranen hebben mogen spreken.” Roemer vervolgt: “Het is mooi dat vrijheid al voor enkele generaties Nederlanders vanzelfsprekend is, maar we mogen haar nooit voor lief nemen. We moeten ook niet vergeten dat voor een aanzienlijk deel Limburgers de Tweede Wereldoorlog vooral betrekking heeft op Nederlands-Indië en de bezetting door de Japanners. Marijn Spruit, een jongedame uit Sittard, gebruikte het verhaal van haar overgrootouders in voormalig Nederlands-Indië voor haar toespraak op 4 mei tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam.”
Polarisatie en individualisering
“De Russisch-Oekraïense Oorlog laat zien dat een gewapend conflict in Europa nog steeds mogelijk is”, noemt Lantmeeters een van de redenen om de vrijheid te blijven herdenken en vieren. “Wat je ziet, is dat dit conflict ook in onze samenleving zorgt voor toenemende polarisatie − en dat geldt wellicht nog meer voor de huidige situatie in het Midden-Oosten”, zegt Roemer. Lantmeeters valt hem bij: “Mensen zitten steeds meer in hun eigen bubbel. We moeten voorkómen dat we een individualistische maatschappij worden waarin mensen niet meer met elkaar in contact staan. Het is belangrijk om elkaar fysiek te blijven ontmoeten en verbindingen te creëren, want zonder elkaar écht te kennen, is het lastig om respect en begrip voor elkaar te hebben.” Het afgelopen najaar brachten beide gouverneurs ook gezamenlijk een bezoek aan museum Liberation Garden in Leopoldsburg en de Amerikaanse Begraafplaats in Margraten. Lantmeeters: "Wij delen een geschiedenis en het is van belang om deze van jezelf en elkaar te kennen. Dat geeft een bredere kijk, zeker in deze soms roerige tijden waarin vrijheid niet altijd en overal vanzelfsprekend is."
Ambities
Na deze reflectie op hun samenwerking: wat willen Lantmeeters en Roemer nog samen bereiken in de tijd dat hun ambtstermijnen overlappen? Roemer: “Als ik kijk naar de samenwerking die we al hebben opgebouwd, zou het geweldig zijn als onze respectieve opvolgers die samenwerking als vanzelfsprekend beschouwen en daarop voortbouwen. Het zou mooi zijn als we een symbolische brug hebben gecreëerd.” Daar sluit Lantmeeters zich bij aan: “Ik denk dat het belangrijk is dat we een stevig fundament leggen, zodat toekomstige generaties verder kunnen bouwen op de verbindingen die wij nu tot stand brengen. Dan hebben we onze job goed gedaan, toch?” Lantmeeters kijkt naar Roemer. “Absoluut! We moeten blijven investeren in initiatieven die de regio sterker maken. Dan denk ik onder andere aan het verder versterken van de samenwerking tussen de euregionale universiteiten, maar ook het beroepsonderwijs. Het idee voor een transnationaal onderwijsnetwerk is een geweldig voorbeeld van hoe we de regio sterk kunnen positioneren en kansen richting de toekomst gaan pakken. Er zijn al flinke stappen in de goede richting gezet, maar we moeten verder gaan en deze initiatieven versterken en uitbreiden. En de samenwerking om trinationaal onderwijs tussen vijf universiteiten op te zetten, waarbij de student en het leren voorop staan. Ook hiermee brengen we beiden Limburgen dichter bij elkaar”, besluit Roemer.
Blijven investeren in initiatieven die de regio sterker maken