De erfenis van vrijheid


“Met de fiets een ijsje halen in Duitsland, dat is heel normaal voor mij. Maar zo’n tachtig jaar geleden, moesten ze daar niet aan denken.” Met die woorden doorbrak de 15-jarige Marijn Spruit uit Sittard de twee minuten stilte op de Dam tijdens de Nationale Herdenking afgelopen 4 mei.

“Ik heb je op tv gezien. Ik vind het heel knap hoe je dat als jonge meid hebt gedaan”, zegt Riny Lippertz-Franssen (1938) tegen de 15-jarige Marijn Spruit.

“Ik heb je op tv gezien. Ik vind het heel knap hoe je dat als jonge meid hebt gedaan”, zegt Riny Lippertz-Franssen (1938) tegen Marijn. Als zesjarige zag Riny op 12 september 1944 hoe de geallieerde troepen in Mesch de Belgisch-Nederlandse grens overstaken, waarmee dit dorpje in de gemeente Eijsden-Margraten als eerste Nederlandse plaats werd bevrijd van het naziregime. We spreken de twee in de monumentale Meschermolen, waar haar man Jo Lippertz als jongeman ooggetuige was van de korte strijd aan de dorpsgrens. Jaren later zou hij er ruim zestig jaar wonen met zijn vrouw Riny, die tijdens de gevechten in de kelder van haar ouderlijk huis aan Op den Dries in het dorp schuilde.

Familiegeschiedenis als inspiratiebron

In de tijd dat Riny en Jo getuige waren van de bevrijding, leerden Marijns overgrootouders elkaar kennen in een hospitaal in het toenmalige Nederlands-Indië. Marijns overgrootmoeder stond daar als verpleegkundige aan het bed van een Nederlandse soldaat die ondervoed was geraakt in de Japanse interneringskampen. “Het liefdesverhaal van mijn overgrootouders is met het oog op de geschiedenis ergens onwaarschijnlijk. Ik vind het enorm inspirerend dat zelfs in die lastige situatie en moeilijke tijden liefde kon opbloeien”, vertelt Marijn. De inspiratie die ze putte uit haar familiegeschiedenis, gebruikte Marijn voor haar voordracht op de Dam op 4 mei. Daarmee doorbrak ze niet alleen de stilte tijdens de Nationale Herdenking, maar in zekere zin ook de stilte rondom een generatietrauma binnen haar familie. Want praten over de oorlog opent laatjes met pijnlijke herinneringen, die al lange tijd op slot zitten. “Mijn moeder vertelde mij dat haar opa op verjaardagen vaak stil in een hoekje van de kamer zat en zij niet goed wist waarom”, vertelt Marijn.

Kriebelen

Marijns voordracht, die ze in amper één uur tijd op papier zette, werd uit
honderdvijftig verhalen gekozen tot de beste. “Ik nam op school deel aan
#GeefVrijheidDoor”, verwijst ze naar de lesmodule van jongerenorganisatie Young Impact en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “Ik wilde eerst helemaal niet meedoen, maar na wat interessante verhalen te hebben gehoord en filmpjes te hebben gezien over vrijheid, begon het te kriebelen. Een inspirerende videoboodschap van Loewana Weiss, die vorig jaar op de Dam heeft gesproken, trok me uiteindelijk over de streep”, legt Marijn uit. Zo werd ze uiteindelijk voor eventjes het middelpunt van een heel land, tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei.

“De weken en dagen voor de toespraak was ik eigenlijk totaal niet nerveus, maar vlak van te voren was ik opeens bang dat mijn stem zou overslaan. Dat was gelukkig niet zo. Achteraf heb ik veel leuke reacties gekregen van mijn klasgenoten en docenten van het Trevianum in Sittard. Na mijn toespraak heb ik ook de koning, koningin en de minister-president ontmoet, wat ik eigenlijk nog veel spannender vond dan de voordracht zelf. Een dag later was ik te gast bij het 5 mei-concert op de Amstel, waar ik met andere genodigden samen met het koningspaar mocht genieten van het bevrijdingsconcert. Later heb ik ook nog de première van Soldaat van Oranje mogen bijwonen”, zegt Marijn.

Vrijheid is je eigen keuzes kunnen maken

“Toen mijn moeder mijn verhaal voor het eerst las, was ze verbaasd over hoeveel ik wist over mijn overgrootouders. Ze had het op dat moment nog nooit met mij over hen gehad, maar op familiebijeenkomsten zoals verjaardagen heb ik toch het een en ander meegekregen. Toen ik wist dat ik op de Dam mocht spreken, ben ik mij gaan verdiepen in de familiegeschiedenis. Mijn moeder vertelde me bijvoorbeeld dat haar opa en oma vaker Maleis met elkaar spraken, zodat de kleinkinderen bepaalde dingen niet meekregen. Ook mijn opa had nog veel last van de oorlog”, weet Marijn van haar moeder. Wat betekent vrijheid eigenlijk voor haar persoonlijk? “Voor mij is vrijheid dat je kunt gaan en staan waar je wilt, dat je jezelf kunt zijn en dat je je eigen keuzes kunt maken. Ik denk dat dit lang niet altijd vanzelfsprekend is.”

Visual over vrijheid: 80 jaar vrijheid, 428 monumenten en gedenkstenen, 79 musea in Limburg
Statistieken over vrijheid in Limburg

Chocolade en kauwgom

Een ijsje halen over de grens, zoals Marijn vaker doet in Tüddern, was tachtig jaar geleden ondenkbaar. De enigen die zich toen − met gevaar voor eigen leven − over de grens waagden, waren smokkelaars, weet Riny. “Het was geen gemakkelijke tijd. Onze vrijheid in de oorlog was erg beperkt. Je kon niet doen en laten wat je wilde. Alles was op de bon en om negen uur ‘s avonds ging de spertijd in”, verwijst ze achtereenvolgens naar het rantsoensysteem en naar de avondklok. “Ergens wist je niet beter, maar tegelijkertijd besefte je dat het niet normaal was”, vertelt Riny, die twee jaar oud was tijdens de Duitse invasie en zes ten tijde van de bevrijding.

“Mijn man was een paar jaar ouder dan ik en heeft de oorlog veel bewuster meegemaakt. In Mesch is, behalve tijdens de bevrijding, nooit gevochten. De Hongerwinter hebben wij hier ook niet gekend. Het was een erg moeilijk leven, maar zo slecht hadden we het hier niet in vergelijking met anderen”, relativeert Riny, die tijdens het gewapend treffen in de kelder schuilde. “Toen we eruit mochten, was er geen Duitser meer te zien. De eerste Amerikaanse soldaten die we zagen waren nog min of meer in de strijd verwikkeld, maar later deelden ze chocolade uit en kauwgom. Dat kenden we helemaal niet. Dat zijn kleine dingen die je als klein kind bijblijven. De jaren na de oorlog, tijdens de wederopbouw, waren ook lang niet altijd even gemakkelijk. In die tijd was een ijsje van vijf cent een behoorlijke luxe”, vertelt ze.

Kansrijke toekomst

Marijn, die nu in haar derde schooljaar zit, gaat er vóór haar examenjaar een jaartje tussenuit om aan een highschool te gaan studeren in de Verenigde Staten. “Ik wil graag mijn wereldbeeld verbreden en het zal me ook helpen zelfverzekerder te worden. Ik kijk er ook naar uit om nieuwe vrienden te maken. Ik weet nog niet honderd procent zeker wat ik later wil gaan studeren, maar ik denk dat het rechten wordt”, blikt ze vooruit. Haar toespraak op de Dam is haar goed bevallen, want Marijn spreekt in 2025 op 15 augustus, tachtig jaar na de Japanse capitulatie, bij het Indië-monument in Heerlen, wanneer de slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog worden herdacht. “Voor mijn overgrootouders hielden de moeilijke tijden niet op met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn na de oorlog in Nederland gaan wonen, maar in de periode tot de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 moest mijn overgrootvader als militair nog een aantal keren op en neer reizen. Dat was een boottocht van drie à vier weken. Mijn overgrootmoeder ging altijd mee op deze reizen, waardoor twee van hun kinderen in Nederland zijn geboren en twee in Indonesië. Ik vind hun verhaal ontzettend inspirerend. Hoe moeilijk ze het ook hadden, ze hebben altijd doorgezet. Dat is ook mijn boodschap: je moet echt nooit opgeven”, besluit Marijn.