Het jaarverslag van de commissaris van de Koning neemt u aan de hand van interviews met de drie gouverneurs, feiten en foto’s mee door dit in meerdere opzichten bijzondere jaar. Johan Remkes kijkt in het tweede interview terug op zijn tijd als waarnemend gouverneur.
Toen voormalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren Johan Remkes belde dat hij in Limburg nodig was, aarzelde hij even. Want de fysieke afstand naar het Gouvernement in Maastricht was groot. En hij voelde als Groninger ook wat culturele afstand met de zuiderlingen. Toch nam hij de uitdaging aan. Op 19 april 2021 begon hij als waarnemend gouverneur.
Ik denk dat het bewustzijn op het gebied van integriteit is gegroeid.
“Groningers zijn rechtstreeks, hebben weinig woorden nodig. In Limburg moest ik vooral in het begin met aandacht luisteren. De Limburgers spreken zachter dan ik gewend ben, ik moest wennen aan het accent. En ik leerde al snel dat je soms ook tussen de regels door moet luisteren.”
U moest orde op zaken komen stellen
“Orde op zaken stellen, dat was niet mijn beeld. Ik denk nog steeds dat de situatie niet in een bestuurscrisis had hoeven eindigen. Maar het was uitzonderlijk dat zowel het voltallige college van GS als de commissaris van de Koning was opgestapt. Dat alle bevoegdheden tijdelijk naar de waarnemend commissaris van de Koning gingen, dat ik de enige bestuurder was, dat is na de oorlog in geen enkele provincie gebeurd. Ik kende mijn opdracht en dat was een flinke kluif. Want er moest niet alleen een nieuwe gouverneur en een nieuw college komen, de bestuurscultuur was ook een onderwerp. En er moesten besluiten worden genomen, zaken worden gedaan. Denk aan de Maaslijn, dat gaat over groot geld. Dan kun je er als Provincie niet ‘even niet zijn’. Wat ik persoonlijk lastig vond, was dat de democratische controle in die periode beperkt was. We hebben er wel een mouw aangepast door Statencommissies in te stellen, maar toch, voor de democratie was dit niet goed. Als waarnemend commissaris van de Koning kon ik bovendien niet worden weggestuurd.”
Als je in het openbaar bestuur werkt, moet je niet de populariteitsprijs willen winnen.
Wat trof u aan?
“Ik ontmoette een stevige provinciale organisatie, met goede, professionele medewerkers. Theo Bovens heeft me warm ontvangen. Hij had zelfs een asbak op het balkon van mijn werkkamer klaargezet. Je snapt dat ik daar uitbundig gebruik van heb gemaakt. Op mijn bureau lag het boek van de Staatscommissie Parlementair Stelsel waarvan ik voorzitter was. Heel attent. Verder trof ik een Limburgs Parlement waarvan nog niet alle statenleden ervan waren doordrongen dat er zo snel mogelijk een einde aan de ontstane situatie moest komen.”
Uiteindelijk moest u zelf op zoek naar nieuwe gedeputeerden
“Mijn opdracht was om een actieve, zonodig regisserende rol te spelen bij de vorming van een nieuw college. Die rol heb ik gepakt omdat Limburg er niet bij gebaat was langer zonder bestuur te zitten. Dat was geen onomstreden besluit, maar als je in het openbaar bestuur werkt, moet je niet de populariteitsprijs willen winnen. Het was mijn insteek om een team te formeren; mensen die bij elkaar passen en die elkaar wat betreft hun competenties aanvullen. Mannen én vrouwen, mensen met verschillende achtergronden én mensen met een ingang in Den Haag. Het team dat er nu zit, is met een meerderheid aan stemmen door Provinciale Staten gekozen.”
De bestuurscultuur was ook onderdeel van uw opdracht
“Naar de bestuurlijke integriteit is in opdracht van mij onderzoek gedaan. De eindresultaten zijn bekend. Er zijn geen regels overtreden, maar er is natuurlijk meer dan regelgeving. Een houding van ‘Laat het OM maar komen’ is niet de bestuursethiek die je wenst. Een zuiver moreel kompas wél. Integriteit vraagt om scherpte, niet alleen in Limburg. En het vraagt om het besef dat dit niet 1-2-3 is opgelost. Het is een proces dat voortdurend aandacht vraagt. Op mijn eerste rit van Groningen naar Maastricht lag er een dik pak papier voor me klaar. Daarin trof ik de herziene gedragscode voor de gedeputeerden en de gouverneur aan. Tot mijn grote verbazing las ik daarin dat zij in eigen provincie nevenfuncties mogen hebben. Dat kán niet. Ik heb daar meteen een streep door gehaald. Gedeputeerden en gouverneur mogen in eigen provincie géén nevenfuncties hebben, óók niet bij landelijke organisaties die Limburg als werkgebied hebben. Bij de instelling van het nieuwe college hebben we de leden daarop in een commissie van drie getoetst, aandachtspunten zijn aan de Staten gerapporteerd. Op mijn tweede dag zat de burgemeester van de gemeente Eijsden-Margraten bij mij op de bank. Als de burgemeester kritischer op zijn nevenfuncties was geweest, was dat niet gebeurd. Vanuit de Gemeentewet en de Provinciewet hebben de burgemeesters en de commissaris van de Koning een zorgplicht als hoeder van de integriteit. Zij mogen géén Zonnekoning-gedrag accepteren. Ik denk dat we inmiddels wel mogen constateren dat het bewustzijn op het gebied van integriteit is gegroeid. Ik ga ervanuit dat er bij de benoeming van de nieuwe wethouders en de verdeling van de portefeuilles goed is gekeken naar mogelijke belangenverstrengeling. Daarbij, bestuurscultuur is één, de parlementaire cultuur is daar een onderdeel van. Die vraagt ook aandacht. Het debatteren op basis van feiten, de onderlinge omgangsvormen, maar ook de inrichting van het spreekrecht zijn zaken die aandacht nodig hadden én hebben.”
De watersnood viel ook in uw periode
“Een nationale ramp! Een verschrikkelijke gebeurtenis voor een groot aantal Limburgers. Toch kijk ik met veel genoegen terug op wat we gezamenlijk hebben gepresteerd. Wat we voor de Limburgers hebben kunnen betekenen. Ook toen bleek hoe professioneel de ambtelijke organisatie is. Ik heb veel samengewerkt met de burgemeesters Penn en Scholten die de Veiligheidsregio’s voorzitten en later ook met dijkgraaf Van den Broeck. We hebben in Den Haag voor een goede schadevergoedingsregeling gepleit en die is er ook gekomen.”
Dat u ook nog tijd maakte voor het informateurschap in Den Haag werd niet door iedereen gewaardeerd
“Sommige verzoeken kun je niet weigeren. Dat was ook niet in het belang van Limburg geweest. En, er was weer een college, de basisregeling voor de wateroverlast was geregeld en de onderzoeken stonden op de rit. Dus het kon. Maar achteraf gezien was het een balanceer-act die erg veel energie heeft gevraagd.”
Hoe ziet u de toekomst van Limburg?
“Limburg heeft me aangenaam verrast. Er is een enorme economische slagkracht. Er gebeuren mooie dingen op de Brightlands campussen. Chemelot is een sturend chemisch cluster. En dan de bijdrage uit het Groeifonds voor de Einsteintelescope! Deze dingen gebeuren niet als er geen goede, professionele mensen achter zitten. Ik ben ook verrast door de schoonheid van Limburg en de ondernemende kwaliteiten in de samenleving. Hier ligt een enorme potentie. Ik hoop dat er met het nieuwe bestuur een nieuwe start gemaakt kan worden. Dat er vooruit gekeken wordt en dat er met succes en wijsheid bestuurd wordt.”
Jaarverslag 2021
Johan Remkes
Ambtstermijn: 19 april 2021 – 30 november 2021