Kennistafel Leefbaarheid en Veiligheid

13 december 2022

Op 19 oktober 2022 vond de Kennistafel Leefbaarheid en Veiligheid plaats in Roermond. Centraal stond het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de integrale aanpak van een aantal kwetsbare gebieden en wijken in Limburg.

Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is in juli 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer. Doel van dit programma is een langjarige inzet om de leefbaarheid en veiligheid in vooral de twintig meest kwetsbare focusgebieden in negentien steden weer op orde te krijgen en de bewoners weer perspectief te bieden. Het gebied Heerlen-Noord valt hier ook onder. De inzet bestaat uit kennis, innovatie, leerprogramma’s en financiën.

Gebiedsgerichte aanpak

In aanvulling op het algemene beleid voor wonen, werken, inkomen, onderwijs, veiligheid en gezondheid is een gebiedsgerichte inzet noodzakelijk om de kwaliteit van de woningvoorraad en de leefomgeving te verbeteren. Ook zijn extra inspanningen nodig om onder meer scholing en participatie op de arbeidsmarkt te stimuleren. Een omgeving zonder toekomstperspectief maakt jongeren kwetsbaarder voor de verleidingen van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.

Gelet op de omvang van de problematiek in kwetsbare wijken vraagt de aanpak meestal een brede inzet van ketenpartners. Ofwel een integrale aanpak op gebiedsniveau gericht op de vraagstukken die zich daar aandienen. Een verkokerde beleidspraktijk op lokaal niveau staat een meerjarige, samenhangende en gebiedsgerichte aanpak in de weg. Het is belangrijk dat interventies op de verschillende beleidsdomeinen op elkaar aansluiten.

Limburgse steden

De bijeenkomst op 19 oktober was georganiseerd door Provincie Limburg en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De bedoeling was om gezamenlijk te verkennen hoe de inzet vanuit het NPLV buiten de twintig stedelijke focusgebieden eruit zou kunnen zien en welke rollen de gemeenten, woningcorporaties en Provincie kunnen vervullen. Aan de hand van presentaties is ook gekeken naar wat al concreet gebeurt bij de integrale wijkenaanpak in een aantal Limburgse steden. Daar werken organisaties en burgerplatforms nauw samen aan deze maatschappelijke opgave. Deze integrale aanpak bestaat uit een combinatie van ruimtelijk-fysieke en sociaalmaatschappelijke aanpak, alsook van veiligheid en ondermijning.

Conclusies

De belangrijkste aandachts- en knelpunten die naar voren kwamen zijn:

• Een eenzijdig samengestelde, goedkope woningvoorraad kan leiden tot een concentratie van sociale problematiek. Daarom moet er meer aandacht zijn voor woningdifferentiatie in kwetsbare wijken en buurten. Dit speelt een belangrijke rol in een effectieve wijkaanpak, omdat daarmee een te grote concentratie van lage inkomens kan worden tegengegaan. Kwalitatief goede en betaalbare woningbouw, bijvoorbeeld middenhuur en sociale koopwoningen, verbeteren de leefbaarheid en veiligheid. Het draagvlak voor voorzieningen neemt toe door de komst en het behoud van meer draagkrachtige groepen.

• Er is een toenemende stapeling van (multi)problematiek in kwetsbare wijken. Die gaat samen met een afbrokkelend vertrouwen in de overheid en ontevreden burgers die zich steeds meer dreigen af te keren van de instituties. De ‘kloof tussen burger en overheid’. Dit kan leiden tot spanningen en polarisatie in deze wijken.

• In wijken met veel corporatiewoningen groeit de instroom van mensen die hulp of ondersteuning nodig hebben. Er is een groot tekort aan plekken voor crisisopvang, hetgeen in de regio’s op een andere manier georganiseerd zou moeten worden. De tijdelijke en vaak slechte huisvesting van arbeidsmigranten in kwetsbare stadswijken veroorzaakt ook druk op de leefbaarheid. Een goede registratie van deze groep is belangrijk. De huisvesting van vele woonurgenten is extra problematisch vanwege de crisis op de woningmarkt.

• Blijf burgerinitiatieven om gemeenschapsactiviteiten te organiseren en actieve burgers die zich willen inzetten voor de kwetsbare wijken en buurten stimuleren.

• Houd steeds aandacht voor subjectieve veiligheid (veiligheidsbeleving) en andere vormen van onbehagen. Dit kan wezenlijk verschillen van wat in dezelfde wijk of buurt aan feitelijke (on)veiligheid wordt geregistreerd (objectieve veiligheid).

• Houd voldoende oog voor de kleinschalige wijkaanpak, de leefbaarheid in kleine kernen en de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte (groene en gezonde leefomgeving). En voor het behoud van collectieve maatschappelijke voorzieningen.

• Capaciteitsgebrek bij de betrokken organisaties en afschaling van politiecapaciteit in Zuid-Limburg zet de integrale aanpak van kwetsbare wijken en buurten in de regio flink onder druk. In deze gebieden zou de capaciteit voor ‘blauw op straat’ juist versterkt moeten worden ten behoeve van een effectieve en langdurige wijkenaanpak. Een duidelijk signaal dat richting de Rijksoverheid is en moet worden afgegeven.

• Professionals/‘frontliniemedewerkers’ hebben handelingsruimte, tijd en het vertrouwen nodig om in de kwetsbare wijken succesvol te kunnen opereren en om bruggen te bouwen tussen de systeem- en leefwereld. Mede om ‘netjes buiten de lijntjes te kunnen kleuren’.

• Voor een succesvolle integrale wijkenaanpak is het belangrijk dat de betrokken organisaties betrokkenheid en lef tonen, interprofessioneel/multidisciplinair en pragmatisch samenwerken, elkaar leren kennen en elkaars taal spreken. Ook is het belangrijk dat ze beleidsmatig en financieel kunnen ontschotten, goede burgerinitiatieven ondersteunen en de voorzieningen op peil houden.

• In Limburg gebeuren al veel goede dingen op het gebied van de integrale wijkenaanpak. Er is bij de gemeenten, woningcorporaties en hun partners voldoende inhoudelijke kennis en expertise aanwezig, maar de procesmatige kant heeft soms meer aandacht nodig: ‘hoe gaan we samenwerken?’ Een Limburg-breed of (inter)regionaal platform van betrokken organisaties voor kennisdeling en samenwerking kan daarom meerwaarde hebben. Daarbij is het goed om te bekijken of kan worden aangesloten bij een bestaande netwerkstructuur binnen onze provincie om de verschillende betrokken domeinen te verbinden, zoals het RIEC Limburg.

De deelnemers vonden de bijeenkomst geslaagd. Deze kan bijdragen aan een provincie-breed netwerk om kennis, kunde en ervaring op dit vlak te delen. Als Provincie gaan we bekijken of en hoe we een netwerk kunnen ondersteunen.

Meer informatie

Mail voor meer informatie naar Hein van der Meer via hw.van.der.meer@prvlimburg.nl of naar Roger Hoevels via rm.hoevels@prvlimburg.nl.