Juiste plaats, juiste moment, juiste persoon
Jürgen Mingels, voorzitter van de Vereniging Tot Natuurbehoud Cadier en Keer (VTN) is vanaf het eerste moment betrokken geweest bij het tot stand komen van de faunapassage. Het is een levenswerk geworden. Dat had hij niet verwacht toen hij in 1994 de eerste informele gesprekken voerde om een veilige verbindingszone voor wilde dieren te kunnen maken. Het begon met contact leggen met de juiste personen. Uit gesprekken met grondeigenaren, de Dienst Landelijk Gebied en diverse Natuurorganisaties bleek dat het moment nog niet het juiste was. Eerst moest de lopende ruilverkaveling afgerond worden.
Na de ruilverkaveling werden de gesprekken opnieuw opgepakt met de nieuwe eigenaren. Vervolgens met alle partijen die ervoor nodig waren, zoals natuurorganisaties, terreinbeheerders, grondeigenaren, boeren, gemeenten, provincie, het rijk en ‘Brussel’. Het heeft veel geduld, daadkracht en doorzettingsvermogen gevraagd. Maar uiteindelijk was het juiste moment daar. De aanleg van de passage is gecombineerd met het vernieuwen van het viaduct van de oude trambaan en is in oktober 2024 gerealiseerd.
Monitoren en waarnemen zijn belangrijk
Monitoren en het vastleggen van de waarnemingen was belangrijk om stappen te kunnen nemen, zowel in besluitvorming als bij aanvragen voor financiering. De werkgroep Amfibieën, Reptielen en Waterdieren van de VTN onderhoudt, bestudeert en inventariseert de poelen van Cadier en Keer. De werkgroep stelde vast dat twee zeldzame padden met uitsterven worden bedreigd en kwam in actie. Het rapport werd gedeeld met het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij. Vervolgens werd in 2000 het platform Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad in Limburg opgericht, met als doel deze dieren te beschermen en te behouden voor Limburg. Na een oproep in de krant hebben zich veel vrijwilligers en professionals gemeld om te helpen met monitoren. Het platform is nog steeds actief.
De kracht van de combinatie van vrijwilligers met professionals
Om de wens voor een passage verder te brengen was alleen de gedrevenheid en het enthousiasme van vrijwilligers niet voldoende. Professionals waren nodig op verschillende vlakken. Zowel voor de deskundigheid op het gebied van de diersoort, het landschap, wetgeving en financiën, als voor praktische ondersteuning. Ook het kunnen beschikken over een ruimte waar een werkgroep bij elkaar kan komen bleek cruciaal.
Veiligheid voor mens en dier
Door de aanleg van de faunapassage, meerdere dassentunnels en rasters in de directe omgeving, kunnen dieren zoals veilig dassen, vossen, reeën en wilde zwijnen onder de Rijksweg doorgaan. De faunapassage bestaat uit een twee meter brede passage met daarin een dassentunnel. Uit onderzoek elders is gebleken dat dassen en andere dieren soms de voorkeur geven om door een buis te gaan, ook al kunnen ze bovenlangs lopen. Er is daarnaast een aparte tunnel met gaten waardoor licht naar binnen kan vallen, bedoeld voor amfibieën die hieraan de voorkeur geven. In de stenen schanskorf scheidingsmuur en de hoopjes stenen kunnen onder andere reptielen en amfibieën zich verstoppen. Aan de binnenkant van het viaduct zijn meerdere vleermuiskasten bevestigd. Een brug voor eekhoorns en eikelmuizen wordt later gemaakt.
De passage is een ecologische verbinding tussen twee bijzondere natuurgebieden. Het Savelsbos en de Bemelerberg en Schiepersberg hellingbos zijn allebei Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn qua natuur, planten- en diersoorten zo uniek dat ze vanuit Europa worden beschermd. Een bijzondere diersoort die hier voorkomt is de geelbuikvuurpad. Dit is een amfibie en de zeldzaamste pad in Nederland. Een amfibie is een dier dat zowel in het water als op het land kan leven. Een ander voorbeeld is de eveneens zeldzame vroedmeesterpad, die net als de geelbuikvuurpad van nature ook alleen in Zuid-Limburg voorkomt. Andere zeldzame dieren die in deze Natura 2000-gebieden leven zijn bijvoorbeeld de eikelmuis en het vliegend hert, de grootste kever die in Nederland voorkomt.
De faunapassage begon met het beschermen van twee paddensoorten, en is ook goed voor veel andere dieren. Bovendien draagt het bij het vergroten van de verkeersveiligheid.
De vervolgstappen
Jürgen Mingels draagt het stokje nu met veel plezier over aan de jongere generatie. Er is al een start gemaakt met het monitoren van de dieren die gebruik maken van de passage. Stilzitten is geen optie. Want er is nog genoeg te doen. Hij zal niet opnieuw kartrekker zijn, maar is wel nauw betrokken bij een nieuwe wens: een ecoduct over de N278 aan de westzijde van Cadier en Keer, de Poort van het Heuvelland. Dat is het volgende project waar de Vereniging Tot Natuurbehoud Cadier en Keer zich voor wil inzetten.